MM H4.2 De macht van koningen

Koningen krijgen meer macht

Edelen krijgen minder macht

Het Christendom is erg belangrijk
1300 n.C

1 / 40
next
Slide 1: Slide
MMMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Koningen krijgen meer macht

Edelen krijgen minder macht

Het Christendom is erg belangrijk
1300 n.C

Slide 1 - Slide


De hoofdstad van Nederland =
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Zwolle
D
Maastricht

Slide 2 - Quiz


De regering van Nederland werkt vanuit
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Zwolle
D
Maastricht

Slide 3 - Quiz


In de meeste landen werkt de regering vanuit de hoofdstad van dit land
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz


In Nederland werkt de regering 
vanuit de hoofdstad van 
ons land
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Voor 1300 n.C
Edelen hadden veel macht 
Zij leverden ridders aan de koning


1300 n.C
De koning werd rijk door de belasting uit de stad
De koning  kon zelf ridders betalen


1300 n.C
Staatsvorming =
De koning ging zijn gebied steeds meer op dezelfde manier besturen.

Hij maakte zelf wetten
Hij koos zelf de rechters

Slide 6 - Slide


Wat hoort bij staatsvorming?
A
dezelfde wetten en straffen
B
een gebied op dezelfde manier besturen
C
eigen rechters
D
A + B + C

Slide 7 - Quiz

De koning maakt zelf wetten
De koning ontvangt meer belasting vanuit steden
De koning bestuurt het land steeds meer als een eenheid
Edelen maken geen wetten meer
De koning wordt rijker en huurt zelf ridders
In de tijd van de steden en staten is er steeds mee staatsvorming

Slide 8 - Drag question

1300 n.C
Staatsvorming =
De koning ging zijn gebied steeds meer op dezelfde manier besturen.


Grote staten


Dezelfde belasting
Dezelfde wetten en straffen
Gebied besturen vanuit één plek =
centralisatie
Grote paleizen

Slide 9 - Slide


Centralisatie =
A
een gebied besturen vanuit kleine gebieden
B
alle mensen wonen op één plek
C
een gebied wordt niet bestuurd
D
een gebied besturen vanuit één plek

Slide 10 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie heeft de koning een groot leger met huursoldaten, waarmee hij het hele land verdedigt
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie vraagt de Graaf van Vlaanderen meer belasting dan de Hertog van Gelre
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie zijn in het hele land overal dezelfde belastingen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie bepalen edelen zelf de straf voor misdadigers
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz


Wat zie je op de afbeelding?
Gebruik de woorden paleis en hoofdstad

Slide 15 - Open question


De edelen waren niet blij met de centralisatie. Waarom niet?

Slide 16 - Open question

Burgers



Belangrijk voor de koning > belasting
Inspraak: 
de burgers wilden hun mening geven
Koning van Engeland en Frankrijk vonden dit goed > vergadering 
Vergadering = Staten Generaal

Mening van edelen
Mening van geestelijken
Mening van burgers

Slide 17 - Slide


Inspraak =
A
je mening geven
B
meepraten
C
overleggen
D
A + B + C

Slide 18 - Quiz


De burgers wilden inspraak omdat ze veel belasting moesten betalen aan de koning
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz


Wie hadden er allemaal inspraak?
A
de edelen
B
de geestelijken
C
de burgers
D
A + B + C

Slide 20 - Quiz

Maria van Bourgondië
Zij werd koningin van...
delen van Nederland, 
België, 
Luxemburg,
delen van Duitsland,
delen van Frankrijk
Veel koningen wilden met haar trouwen zodat ze nog meer land zouden bezitten

Slide 21 - Slide


Waarom werd Maria van Bourgondië de koningin van Bourgondië?
A
Haar vader was de koning van Bourgondië. Hij overleed
B
Zij trouwde met de koning van Bourgondië

Slide 22 - Quiz


Hoe kon Maria van Bourgondië haar gebieden uitbreiden?
A
Door land te kopen
B
Door te trouwen met andere koningen
C
Door oorlog te voeren
D
Door te ruilen

Slide 23 - Quiz

Op dit schilderij is de hel afgebeeld.

Volgens het Christelijk geloof
kom je in de hemel als je goed hebt geleefd.

Anders ga je naar de hel.

In de Middeleeuwen was het Christelijk geloof heel belangrijk.

Slide 24 - Slide

geestelijken
hel
hemel
Christenen
Middeleeuwen
mensen die voor het geloof werken
plek in het hiernamaals waar het slecht is
plek in het hiernamaals waar het mooi is
mensen die in Jezus en God geloven
tijd tussen 500 en 1500 n.C.

Slide 25 - Drag question


Wat moet je als Christen doen om goed te leven?

Slide 26 - Open question


Hoe zagen de Christenen de hel?

Slide 27 - Open question


Het schilderij van de hel was bedoeld om mensen
A
te waarschuwen
B
af te schrikken
C
voor de goede regels te laten kiezen
D
A + B + C

Slide 28 - Quiz


In de Middeleeuwen was er vrijheid van Godsdienst
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz


Wat gebeurde er vroeger met niet-Christenen?

Slide 30 - Open question


Tegenwoordig is er vrijheid van Godsdienst
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Jeruzalem = 
belangrijke stad voor christenen en moslims.
De moslims veroverden Jeruzalem op de christenen.
In 1095 n.C. trokken christenen, na een oproep van de Paus, gewapend naar Jeruzalem

= kruistochten (1000-1300 n.C.)
De moslims wonnen

Slide 32 - Slide

6 kruistochten onder leiding van rijke edelmannen

De Paus beloofde aan iedereen die meevocht dat ze in de hemel zouden komen

Slide 33 - Slide


Wat wilde de Paus bereiken met de kruistochten?
A
Jeruzalem veroveren
B
de moslims verslaan
C
het Christendom belangrijk maken
D
A + B + C

Slide 34 - Quiz


Waaraan kun je zien dat de ridders christenen zijn?

Slide 35 - Open question


De Paus beloofden de kruisvaarders een plek in de hemel
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz


Jeruzalem is voor de moslims onbelangrijk
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz


In Jeruzalem werd Jezus gekruisigd en begraven
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz


De kruistochten vonden plaats in de tijd van de steden en de staten
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz


De moslims werden door de christenen verslagen
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz