Bezittelijke vnw

¡Practica los posesivos!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Practica los posesivos!

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy? Repaso de:

  1. El vocabulario - La familia
  2. Het bezittelijk voornaamwoord 
  3. NUEVO: El vocabulario - La casa  


Slide 2 - Slide

La familia

Slide 3 - Mind map


Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

A
Geeft aan VAN wie iets/iemand is.
B
Geeft aan VOOR wie iets/iemand is.
C
Geeft aan MET wie iets/iemand is.
D
Geeft aan WAAR iets/iemand is.

Slide 4 - Quiz

Vertaal!
mijn opa, jouw neef, haar broer

Slide 5 - Open question

Es ..... (mijn) casa. 🏡
A
mi
B
tu
C
su
D
vuestro

Slide 6 - Quiz

Es ..... (jouw) gato.
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestro

Slide 7 - Quiz



Vertaal: (zijn) opa.👨‍🦳
A
su abuelo
B
tus abuelos
C
sus abuelos
D
tu abuelo

Slide 8 - Quiz


Wat is mogelijk?
_____ hermanas.
A
Mi
B
Tus
C
Mis
D
Tu

Slide 9 - Quiz

(zijn)______ hermano.👦
A
Su
B
Sus
C
Tu

Slide 10 - Quiz

Wat is mogelijk?
____ tíos son españoles.
A
Mi
B
Tu
C
Sus
D
Tus

Slide 11 - Quiz

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Video