Try this exercise WITHOUT the study box.
bijv. a) His father has got a beard and a moustache.
beard = baard, moustache = ook gezichtsbeharing? > snor
Strategie: vul in wat je wel weet, laat open wat je niet weet. Aan het einde kijk je wat over is en het beste past. Weet je nu alsnog niet de betekenis, zoek het dan op in de study box.