Week 50: Tegenstellingen

tegenstellingen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

tegenstellingen

Slide 1 - Slide


Goedemorgen groep geel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

jong
oud

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

rijk
arm

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

klein
groot

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

helder
troebel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

aan
uit

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

zinken
drijven

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

meer
minder

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

leeg
vol

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

rustig
druk

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

koud
warm

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

langzaam
snel

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

veel
weinig

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

hard
zacht

Slide 28 - Slide

Tegenovergestelde van jong...
A
Oud
B
Snel
C
Vol
D
Groot

Slide 29 - Quiz

Tegenovergestelde van weinig...
A
minder
B
veel
C
meer
D
Groot

Slide 30 - Quiz

Tegenovergestelde van snel...
A
Druk
B
Aan
C
Groot
D
Langzaam

Slide 31 - Quiz

Tegenovergestelde van rijk...
A
helder
B
warm
C
oud
D
arm

Slide 32 - Quiz

Tegenovergestelde van koud...
A
Zacht
B
Warm
C
Oud
D
Groot

Slide 33 - Quiz

Tegenovergestelde van minder...
A
helder
B
meer
C
Oud
D
Groot

Slide 34 - Quiz

Tegenovergestelde van troebel.
A
Zacht
B
helder
C
langzaam
D
Groot

Slide 35 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van rustig?

Slide 36 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van drijven?

Slide 37 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van vol?

Slide 38 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van hard?

Slide 39 - Open question

Kan je nog meer tegenstellingen bedenken?

Slide 40 - Mind map

Gesprek
A: De lamp staat uit, kan jij hem  aan zetten?

B: Dat is goed, die kleine of grote lamp?

A: De grote lamp

Slide 41 - Slide