meten centimeters

meters en centimeters
m
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

meters en centimeters
m

Slide 1 - Slide

lengtemaat kiezen
Als je een voorwerp meet dan kies een lengtemaat zoals;
meter (m)
centimeter (cm)
millimeter (mm)
Maar je kunt ook kiezen voor een grote lengtemaat, bijvoorbeeld km

Slide 2 - Slide

Van een plank van 1 meter zaagt vader 50 cm af. Hoeveel cm blijft er over??

Slide 3 - Open question

Van een plank van 1 meter zaagt vader 70 cm af. Hoeveel cm blijft er over??

Slide 4 - Open question

Van een plank van 2 meter zaagt vader 20 cm af. Hoeveel cm blijft er over??

Slide 5 - Open question

Van een plank van 2 meter zaagt vader 30 cm af. Hoeveel cm blijft er over??

Slide 6 - Open question

Noem een ding, voorwerp dat je meet in meters

Slide 7 - Open question

1 m
100 cm
2 cm
50 cm
15 m
30 cm

Slide 8 - Drag question

De lengte van een Ipad meet ik in ...
A
cm
B
m
C
mm
D
dm

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je 140 cm ook zeggen?
A
14 centimeter
B
1 m 40
C
140 meter
D
14 meter

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Hoe hoog was de viaduct waar de vrachtauto onder door wilde rijden?
A
2 meter
B
2,5 meter
C
3,6 meter
D
3,8 meter

Slide 12 - Quiz

Wat weet je nu over de hoogte van de vrachtauto?
A
Die is hoger dan 3,6 meter
B
Die is lager dan 3,6 meter
C
Die is precies 3, 60

Slide 13 - Quiz

Wat is de lengte van een gewone pen?
A
15 millimeter
B
15 centimeter
C
15 meter
D
15 kilometer

Slide 14 - Quiz

Hoe hoog is het reuzenrad in attractiepark Slagharen?
A
50 millimeter
B
50 centimeter
C
50 meter
D
50 kilometer

Slide 15 - Quiz

Hoe breed is een potloodpunt ongeveer?
A
1 millimeter
B
1 centimeter
C
1 meter
D
1 kilometer

Slide 16 - Quiz

De bank is 88 ..... hoog
A
Millimeter
B
Centimeter
C
Meter
D
Kilometer

Slide 17 - Quiz

Een voetbalveld is 105 .... lang
A
Millimeter
B
Centimeter
C
Meter
D
Kilometer

Slide 18 - Quiz

Meten is Weten! 
We gebruiken in dit hoofdstuk de volgende woorden: 
Hoogte
Breedte
Lengte
Diepte
Dikte

Slide 19 - Slide

Zet op volgorde van klein naar groot
KLEIN
GROOT
2 DM
6 CM
1 M
120 MM

Slide 20 - Drag question

Zet op volgorde van klein naar groot
KLEIN
GROOT
190 CM
340 MM
2 M
25 DM

Slide 21 - Drag question


A
Marc
B
Jennifer

Slide 22 - Quiz


A
Stefan
B
Sylvana

Slide 23 - Quiz

Hoeveel meter is het naar Grijpskerk?
A
6000
B
600
C
6
D
60

Slide 24 - Quiz

We gaan op vakantie naar Ibiza.
Het eiland is 41 km lang.
41 km = ................m
A
0,41
B
41.000
C
4,1
D
4.100

Slide 25 - Quiz

De Boeing 747 is 70 meter lang.
70 meter = ............... cm
A
7
B
0,7
C
7.000
D
70

Slide 26 - Quiz