§ 2.2 Lengte

1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

§ 2.2 Lengte
  • Je kent diverse referentiematen voor lengte en je kunt daarmee schattingen en berekeningen maken.
  • Je kunt precies rekenen met km, hm, m, dm, cm, mm en minder gangbare eenheden. Je weet welke eenheid je moet gebruiken.
  • Je kunt bronnen waarin een lengte voorkomt aflezen en interpreteren.

Slide 2 - Slide

Lengte 
De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is
Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:
  • De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  • De afstand tussen Oosterhout is 5 km.
Voorbeelden: 
De lengte van het lokaal is 7 meter.
De afstand naar Rotterdam is 20 km.
De lengte geeft aan hoe lang
een figuur of voorwerp is.
Met lengte kan ook afstand worden bedoeld.

Slide 3 - Slide

Rekenkaart
Krijg je bij toetsen en examens. Oefen met deze kaart!

Slide 4 - Slide

Bij 1 decimeter denk ik aan de lengte van een ijsstokje. Dit is een?
A
standaardmaat
B
referentiemaat
C
natuurlijke maat
D
grootheid

Slide 5 - Quiz

Referentiematen

Slide 6 - Slide


De hoogte   van een boom is   1.500   . . .
A
m
B
dm
C
cm
D
mm

Slide 7 - Quiz


Onze tuin is 15 meter diep.
Welke betekenis?
A
De inhoud van de tuin.
B
De lengte van de tuin.
C
De oppervlakte van de tuin.
D
De omtrek van de tuin.

Slide 8 - Quiz

Wat is de lengte?
Zeelandbrug
4 cm
5 m
5 km
14 mm
1 dm
1 hm
3 dam

Slide 9 - Drag question

1MM
2 M
180 CM
15 M
1M

Slide 10 - Drag question

Metriekstelsel lengte

Slide 11 - Slide

Reken om naar METER
1,5 KM


Slide 12 - Open question

Omrekenen naar KM
4000 Dam


Slide 13 - Open question

Omrekenen naar millimeter
60 decimeter


Slide 14 - Open question

Hier staan 4 verpleegkundigen met de
volgende lengtes; 164 cm, 17,2dm, 1,80m en
1760mm. Wat is hun gemiddelde lengte
in meters? Vul alleen een getal in!

Slide 15 - Open question

Foutmarge
VB. Er is een foutmarge van 6%. 
Dat betekent dat de werkelijke afstand maximaal 1,06 (106%)keer zo lang of minimaal 0,94 (94%) keer zo kort kan zijn.
Berekenen maximum = x 1,06
Bereken minimum = x 0,94

Vermenigvuldigsfactor = nieuwe percentage : 100
bijv. 2: erbij = 102%                       x 1,02


Slide 16 - Slide

Je meting van 124,6 KM heeft een foutmarge van 2%. Dat betekent dat de werkelijke afstand maximaal 1,02 keer zo hoog of minimaal 0,98 keer zo laag kan zijn.

Wat is de maximale afstand? Geef antwoord in 2 decimalen (alleen getal).

Slide 17 - Open question

Uitwerking
Je meting van 124,6 KM heeft een foutmarge van 2%. Dat betekent dat de werkelijke afstand maximaal 1,02 keer zo hoog of minimaal 0,98 keer zo laag kan zijn.

Wat is de maximale afstand? Geef antwoord in 2 decimalen (alleen getal).

124,6 x 1,02 = 127,09

Slide 18 - Slide

Je meting van 525,9 KM heeft een foutmarge van 6%. Dat betekent dat de werkelijke afstand maximaal 1,06 keer zo hoog of minimaal 0,94 keer zo laag kan zijn.
Wat is het verschil tussen de minimale en de maximale afstand in 2 decimalen (alleen getal)?

Slide 19 - Open question

Je meting van 525,9 KM heeft een foutmarge van 6%. Dat betekent dat de werkelijke afstand maximaal 1,06 keer zo hoog of minimaal 0,94 keer zo laag kan zijn.
Wat is het verschil tussen de minimale en de maximale afstand in 2 decimalen (alleen getal)? 
 Maximaal:525,9 x 1,06 = 557,45
Minimaal:525,9 x 0,94 = 494, 35

557,45 - 494,35 = 63,1

Slide 20 - Slide

Andere eenheden LENGTE
1 Yard =  91,44 cm
1 Foot = 30,48 cm
1 Inch = 2,54 cm

1 Mijl = 1,609344 km
1 Zeemijl = 1,852 km
Niet onthouden wel om kunnen rekenen!

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Maken les § 2.3 Lengte 
Module - N4 | Domeinen



Slide 22 - Slide