*overhoren van de ww en de woordjes. Blijf het goed bijhouden.
*verbeteren van je fouten.
*woordenboek gebruik
*luisteroefening. Leren luisteren naar bepaalde woorden.
Slide 2 - Slide
overhoren + nakijken oef 2/3/4/5
Verbeter aub je fouten. Het liefste met een andere kleur zodat je snel ziet als je gaat leren wat je fout hebt gedaan. Leer dus van je fouten.
Slide 3 - Slide
Aus "ganz" Deutschland kommen die Touristen
Slide 4 - Open question
Schnee "gehört zu" den Bergen
Slide 5 - Open question
Die Pflanze ist sehr wichtig für den "Schmetterling"
Slide 6 - Open question
Wat betekent: im Frühling
Slide 7 - Open question
wat betekent: die Insel
Slide 8 - Open question
wat betekent: die Wälder
Slide 9 - Open question
wat betekent: das Gewitte
Slide 10 - Open question
nakijken oef /6/7/8
Verbeter aub je fouten. Het liefste met een andere kleur zodat je snel ziet als je gaat leren wat je fout hebt gedaan. Leer dus van je fouten.
Slide 11 - Slide
DAS WETTER-Quiz
We onderstrepen een aantal woorden. De betekenis zoeken jullie in het woordenboek op. Zo leer je alvast om te gaan met de andere lettersen en waar die staan enz.