Taalverzorging hst. 1 - mavo 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Leestekens

Vandaag

• Huiswerk  (opdr 3 t/m 5 op p.30-31) bespreken
• Herhaling theorie leestekens 
• Quiz 
• Aan het werk
• Afsluiting 

Leestekens?

Dit hoort allemaal bij leestekens:

• Hoofdletter
• Punt
• Vraagteken
• Uitroepteken
• Komma
• Dubbele punt
• Aanhalingstekens

Lesdoelen

Aan het eind van deze week:

- weet je weer wanneer je een punt, komma, vraagteken en uitroepteken gebruikt.

- kun je  punt, komma, vraagteken en uitroepteken gebruiken.

- weet en kun je hoofdletters, dubbele punten en aanhalingstekens en komma's in citaten gebruiken.

Wat is het nut van leestekens?

Leestekens

Een tekst waarin leestekens goed gebruikt zijn, leest makkelijk en vlot. Een tekst waarin leestekens minder goed gebruikt zijn, leest moeizaam.

Hoofdletters

Aanhalingstekens

Aanhalingstekens gebruik je als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt. Dit noem je ook wel een citaat.

Het citaat staat tussen de aanhalingstekens. Kijk maar: 

Maartje zegt: 'Hoe laat is het?'

We gaan nu oefenen. Geef in de volgende slides aan of de leestekens goed staan. 

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.

1. leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
2. leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

De jongen riep: "pas op met oversteken!"

1. Alle leestekens/hoofdletters zijn juist
2. Niet alle hoofdletters/leestekens zijn juist

'Waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.

1. leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
2. leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

De man fluisterde: "Ik kan niet meer".

1. leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
2. leestekens/hoofdletters zijn verkeerd geschreven.

Als je oefent, word je een betere speler.

1. leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
2. leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Controle: sleep de leestekens naar de juiste plaats

- aan het eind van een zin

- aan het eind van een vraagzin

- aan het eind van een zin met extra nadruk

- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór verbindingswoorden

PUNT

VRAAGTEKEN

UITROEPTEKEN

KOMMA

Welk leesteken vind je nog lastig?

punt

komma's

vraagteken

uitroepteken

aanhalingstekens

hoofdletters

Aan het werk

WAT? Opdracht 1 en 2

HOE? Zelfstandig. 

HULP? Overleg op fluistertoon met buurman of -vrouw of vraag mij om hulp (ik loop rond).

TIJD? 15 min

KLAAR? Begin aan het huiswerk: opdracht 3, 4 en 6 (p.33)

UITKOMST? We bespreken de opdrachten klassikaal

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

- weet je weer wanneer je een punt, komma, vraagteken en uitroepteken gebruikt.

- kun je  punt, komma, vraagteken en uitroepteken gebruiken.

- weet en kun je hoofdletters, dubbele punten en aanhalingstekens en komma's in citaten gebruiken.

Huiswerk voor de volgende les

Opdracht 3, 4 en 6 op p.33