Bedcomplicaties

BEDCOMPLICATIES
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BEDCOMPLICATIES

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
2:00
Welke bedcomplicaties
kan je bedenken?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wie behoren tot de risicogroep voor het krijgen van bedcomplicaties?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Risicogroep bedcomplicaties
  • Bedlegerige zorgvragers
  • Ondervoede zorgvragers
  • Zorgvragers met diabetes
  • Oudere zorgvragers
  • Zorgvragers met problemen aan hart en bloedvaten
  • Meervoudig verstandelijk gehandicapten
  • Zorgvragers met bepaalde medicatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Complicaties bloedsomloop
  • Flauwvallen 
  • Trombose & Embolie
  • Longontsteking = Pneumonie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom kan een zorgvrager flauwvallen, wanneer hij na langdurige bedrust overeind komt?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Waarom flauwvallen?
Door langdurige bedrust en het snel overeind komen, kan 
  het bloed te snel naar de benen stromen, waardoor de
  bloeddruk in de hersenen even minder wordt. 
--> Hierdoor kan de persoon flauwvallen
Hij krijgt dan een te lage bloeddruk in de hersenen 
--> Vaak binnen 3 minuten na het gaan-staan

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Wat kun je als verzorgende doen om dit te voorkomen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat kun je als verzorgende doen?
  • Oefeningen in rugligging doen vóórdat hij rechtop gaat zitten 
  • Mobiliseer de zorgvrager in stappen:
--> op de rand van het bed zitten, benen bengelen, goed rechtop op de bedrand laten zitten, naast het bed gaan staan, zitten in een stoel vlak naast het bed, daarna wat verder van het bed af, enzovoort

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke discipline kan in consult gevraagd worden bij het mobiliseren?
A
Psycholoog
B
Fysiotherapeut
C
Diëtiste
D
Logopedist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Trombose
Bloedstolsel in bloedvat
Ontstaat in de diepe vene (ader) van het been. 
Ook wel DVT = diepe veneuze trombose genoemd

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de verschijnselen van een trombosebeen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Verschijnselen trombosebeen
- Pijn in de kuit en voetzool, vooral bij druk of bij overstrekking van de voet
-De kuit voelt vast aan en het been is dikker door oedeem.
-Het been voelt warm aan in vergelijking met het andere been.
-De huid is glanzend en blauwachtig verkleurd door een verlaagd
   zuurstofgehalte.
-De lichaamstemperatuur is licht verhoogd en de pols is versneld.
-De zorgvrager is onrustig en angstig.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een verschijnsel van een longembolie is:
A
zorgvrager heeft een rood gelaat
B
zorgvrager heeft verlaagde hartslag
C
zorgvrager last van acute benauwdheid
D
zorgvrager voelt warm aan

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Complicaties ademhaling
Pneumonie = longontsteking
Wat is een longontsteking? 

Symptomen zijn o.a.:
- temperatuurverhoging
- hoesten, vaak ophoesten van geel/groen sputum
- pijn bij ademhalen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van een aspiratiepneumonie?
A
Ontstaat door verslikken van voedsel wat in de longen komt
B
Ontstaat door onvoldoende doorademen
C
Ontstaat door een steekwond in de longen
D
Ontstaat bij mensen die een verse buikwond hebben

Slide 20 - Quiz

aspiratiepneumonie (=verslikpneumonie): een lichte longontsteking, doordat door verslikken een stukje voedsel/ sap in de longen komt. (Aspireren = verslikken). Komt voor als een zorgvrager zich gemakkelijk verslikt, vaak wanneer het slikreflex ontbreekt.

hypostatische pneumonie =
Longontsteking door onvoldoende doorademen
OOrzaak:
Tijdens rust is de ademhaling altijd oppervlakkiger. De onderste delen van de longen worden dan niet geventileerd (‘gelucht’). Omdat in die longdelen de lucht niet wordt ververst, krijgen micro-organismen de kans om uit te groeien en die veroorzaken longontsteking. Hypostatische pneumonie komt vooral veel voor bij bedlegerige ouderen en bij mensen die een verse buikoperatiewond hebben. De buikwond doet pijn bij diep doorademen.

Complicaties spieren en gewrichten
  • Spieratrofie = slinken van de spiermassa
  • Contracturen  = door rust wordt geatrofieerde spier korter. Hierbij dwingt de verkorte spier het gewricht in een bepaalde stand te gaan staan (= dwangstand van het gewricht).
    bijv. spitsvoet (= contractuur kuitspieren). 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je spieratrofie (slinken van de spiermassa voorkomen)?
A
Lichaamsbeweging
B
Wisselligging geven
C
Voedingstoestand verbeteren
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je spitsvoeten voorkomen?
A
steunkousen aan in bed
B
zwachtelen van de enkel
C
de voet op een kussentje in bed leggen
D
zorgen dat het dekbed los is van de voeten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Complicaties uitscheiding
  • Wat betreft urineren:
  • Urineretentie: het onvermogen om de blaas volledig of gedeeltelijk te legen. 
  • Incontinentie: Als urineretentie te lang blijft bestaan, gaat de blaas ‘overlopen’ (overloopblaas)
  • Residu: De urine die na het plassen achterblijft dan in de blaas => kans op: urineretentie en blaasontsteking.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je urineren bevorderen als iemand in bed op een po moet plassen?

Slide 25 - Open question

• Laat de kraan lopen.
• Doe warm water in de po.
• Geef de zorgvrager een andere houding in bed, laat hem bijvoorbeeld rechtop zitten.
• Laat de zorgvrager (meer) bewegen.
• Laat de zorgvrager minimaal twee liter vocht innemen (vochtbalans starten of bijhouden).
• Bij urineretentie en residu: pas blaaskatheterisatie toe in overleg met de arts. Een residu van 20 ml is toegestaan. Wanneer er vaker achter elkaar meer dan 100 ml residu is, wordt een verblijfskatheter of zelfs operatief ingrijpen overwogen.
• Stel de oorzaak van de incontinentie vast en start vervolgens de behandeling.

Urineren in bed op een po bevorderen
- Laat de kraan lopen
- Geef de zorgvrager een andere houding in bed, meer rechtop
- Laat de zorgvrager (meer) bewegen.
- Laat de zorgvrager minimaal twee liter vocht innemen 
   (vochtbalans)
- Fijne temperatuur van de po zelf (niet te koud)
- Zorg voor privacy

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is obstipatie?

Slide 27 - Mind map

Andere woorden voor obstipatie zijn verstopping of constipatie. Wie last heeft van verstopping heeft moeite met poepen. Ieder mens heeft zijn eigen ontlastingspatroon. De een gaat drie keer per dag naar het toilet, de ander maar een paar keer per week.
Bij minder dan drie keer per week ontlasting heeft iemand last van verstopping. De ontlasting is dan vaak zo droog en hard dat deze slechts met hard persen naar buiten komt. 
Hoe kun je obstipatie zoveel mogelijk voorkomen?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Meer lichaamsbeweging
B
Zorgen voor voldoende vochtopname
C
Het eten van meer vezelrijke voeding.
D
Zorgvrager meer op de linkerzijde laten liggen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Complicaties huid
O.a. smetten (links) en decubitus (rechts)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Smetten
  • Een in de grote huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige huidaandoening welke zich kenmerkt door altijd roodheid (erytheem) aan beide zijden van de plooi. 
  • Grote huidplooien: de liezen, de oksels, de bilnaad, de buikplooi, plooien onder de borsten
  • Maar ook: in de nekplooien, in de navel en tussen de tenen.

Slide 30 - Slide

erytheem = roodheid van de huid agv vaatverwijding

Wat is een ander woord voor smetten?
A
fissuur
B
maceratie
C
intertrigo
D
erosie

Slide 31 - Quiz

maceratie = verweking 
fissuren =scheurtjes / scherpe rode wondlijn, 
erosie =  Gedeeltelijk of volledig verlies van de opperhuid (epidermis)
Decubitus
  • Decubitus is een beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht.
  • Wordt ook wel doorligwond genoemd.

Bekijk de video vanaf 1.40 min

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Indeling van decubitus
Decubitus wordt ingedeeld in categorie 1 t/m 4.


Op de volgende dia's zie je van elke categorie een foto:

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

graad 1

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

graad 2

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

graad 3

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

graad 4

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Welk dieet wordt er voorgeschreven bij een zorgvrager met decubituswonden?
A
koolhydraat verrijkt dieet
B
caloriearm dieet
C
vet verrijkt dieet
D
eiwitrijk dieet

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Zijn er vragen?

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions