P2 - Vroegrenaissance les 1

HAVO 4
Kunst Algemeen
Vroegrenaissance
les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

HAVO 4
Kunst Algemeen
Vroegrenaissance
les 1

Slide 1 - Slide

toetsweek
Je krijgt de toets van de docent terug. Reflecteer samen met de klas en de docent op de toets die je in TW 1 hebt gemaakt. Beantwoord eerst voor jezelf de volgende vragen:

  • Klopt het resultaat met de inzet die je in de lessen hebt getoond?
  • Klopt het resultaat met de inzet die je qua thuiswerk hebt getoond?
  • Welke vragen vond je logisch / had je verwacht / was je goed op voorbereid?
  • Welke vragen vond je onlogisch / onterecht / heb je niet kunnen leren?
timer
5:00
H3 vroegrenaissance

Slide 2 - Slide

planning
De komende periode behandelen we hoofdstuk 3 Vroegrenaissance en het begin van hoofdstuk 4 Hofcultuur (alleen paragraaf 4.1). In het tekstboek is dit vanaf pagina 46 tot 77. Dit lijkt veel, maar de kunstbeschouwelijke begrippen behandelen we niet apart. Ze vormen natuurlijk nog steeds wel onderdeel van de vraagstelling!


les 1
30 okt
inleiding, 3.1 & 3.2
les 2
6 nov
3.3 & 3.4
les 3
13 nov
3.5 & inleiding 4
les 4
20 nov
4.1 Italiaanse hoven, Homo universalis & Homo quadratus
les 5
27 nov
4.1 Stravaganza, Vlaamse maestro's & De eerste opera's
30 nov
TOETSWEEK 2
H3 vroegrenaissance

Slide 3 - Slide

lessen
In de les behandelen we de lesstof uit het schema van de vorige slide. Na de les krijg je opdrachten voor de volgende les. Die voorbereidingsopdrachten bestaan altijd uit:
  • één examenvraag over de vorige les.
  • een schematische samenvatting of begrippennet voor volgende les. 

De opdrachten zijn verplicht, huiswerk wordt gecontroleerd!
H3 vroegrenaissance

Slide 4 - Slide

H3 vroegrenaissance
leerdoelen
In deze les behandelen we de inleiding en eerste twee paragrafen van hoofdstuk 3. Bij deze paragrafen passen de volgende leerdoelen:

Inleiding

  • Ik ken het begrip vroegrenaissance en kan het in haar context plaatsen voor wat betreft ontstaansgeschiedenis en algemene kenmerken.
  • Ik weet het begrip Humanisme te verklaren.
  • Ik ken de belangrijkste kenmerken van de Renaissance en kan verklaren welke invloed dit had op politiek, kunst en religie.  
  • Ik ken de culturele verschillen tussen Italië en de landen ten noorden van de Alpen (Noord-Frankrijk & Vlaanderen). 


Slide 5 - Slide

H3 vroegrenaissance
leerdoelen 3.1
3.1 Klassieke voorbeelden

  • Ik ken het werk van Filippo Brunelleschi als eerste officiële architect, met in het bijzonder de bouw van de koepel van de Santa Maria del Fiore in Florence.
  • Ik weet het verband te leggen tussen de Renaissance en de boeken van de Romeinse bouwkundige Vitruvius.
  • Ik het werk en belang van de Vlaamse componist Guillaume Dufay en zijn belang in het ontstaan van de Vlaamse polyfonie.
  • Ik herken de technieken van het lijnperspectief zoals (her)ontdekt door Brunelleschi.
  • Ik herken centraalbouw zoals toegepast door Brunelleschi en kan de kenmerken van de centraalbouw noemen. 

Slide 6 - Slide

H3 vroegrenaissance
leerdoelen 3.2
3.2 Vlaanderen

  • Ik ken het belang van Filips de Goede voor de kunsten.
  • Ik weet wat Tableaux Vivants zijn (m.b.t. de intochten van Filips de Goede in Gent.)
  • Ik ken de strijd die wordt geleverd tussen het Bourgondische hof en het eigen bestuur van de Vlaamse grote steden.










De leerdoelen vind je in Learnbeat bij 3. Vroegrenaissance - 3.1 Inleiding - A. Leerdoelen

Slide 7 - Slide

H3 vroegrenaissance
inleiding
Renaissance = wedergeboorte          verworvenheden klassieke oudheid

                       


begint voor 1400 in Italië (vroegrenaissance), pas in 16e eeuw in Europa
Santa Maria del Foire - Filippo Brunelleschi
Italiaanse humanisten: "Na verval van Middeleeuwen een nieuwe gouden eeuw"
Bourgondische rijk - kunstenaars blijven zich op gotische (Middeleeuwen) principes baseren. 
toetsvraag
Je kunt zeker een toetsvraag verwachten over het humanisme. Een voorbeeldvraag zou kunnen zijn:
 
  1. Leg uit welke aspecten bijdroegen aan de ontwikkeling van het Humanisme (2pt) en verklaar het gedachtegoed van het humanisme. 
  2. De humanisten zien de de Renaissance als de de wedergeboorte. Leg de term 'wedergeboorte' uit. (2pt) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

                                Lees bladzijde 48 van het tekstboek door. Onderstreep in tweetallen de belangrijkste begrippen uit de tekst. 

                                Bespreek klassikaal welke begrippen belangrijk genoeg zijn om te onderstrepen en welke begrippen / alinea's je voor kennisgeving kunt aannemen.

                               Maak met jouw begrippen een schematische samenvatting. Let op signaalwoorden / verbanden / aanleidingen, etc. 



 
3.1 Klassieke voorbeelden
opdracht
opdracht
opdracht

Slide 10 - Slide

3.1 Klassieke voorbeelden
markeert overgang ME naar Renaissance
Brunelleschi - architect koepel
bestudeert architectuur oudheid / Vitruvius
toetsvraag
Dit is een mogelijke toetsvraag: Verklaar de invloed van de Romeinse architectuur op:
- de bouw van de Santa Maria del Foire;
- de architectuur in de Renessaince. 
lijnperspectief
toetsvraag
Leg uit wat lijnperspectief is(1pt) en ....  
'Nuper rosarum flores' bij inweiding koepel
Huillaume Dufay - Vlaamse polyfonie
toetsvraag
Polyfonie kun je terugvinden bij de aspecten van muziek (melodie pag. 148). Hierover kun je zeker een toetsvraag verwachten. Denk hierbij aan een vraag waarbij je een muziekfragment te horen krijgt en moet aangeven of het een unisono of polyfoon is. 

Slide 11 - Slide

3.1 Klassieke voorbeelden
Pazzikapel
toetsvraag
Centraalbouw is een belangrijke thema v.w.b. de architectuur in de Renaissance. Een mogelijke toetsvraag is:

[afbeelding]. Dit gebouw is gemaakt volgens de principes van de centraalbouw. Leg uit waaraan je dit kunt zien (1pt) en dat deze principes gebasseerd zijn op de klassieke oudheid (1pt). 
centraalbouw = gericht op het middelpunt / vanuit daar symmetrisch
Vitruvius: logisch en wiskundig = evenwicht
Brunnelleschi: goddelijke harmonie

Slide 12 - Slide

                                Vergelijk jouw eigen schematische samenvatting met de uitleg en de samenvatting van de docent. Welke begrippen heb jij wel / niet opgenomen? 

                                Maak op Learnbeat de leerdoelen van de inleiding en 3.1. Behaal je met behulp van de samenvatting alle leerdoelen? Zo nee, op welke manier zou je die leerdoelen kunnen behalen?  



 
3.1 Klassieke voorbeelden
opdracht
opdracht

Slide 13 - Slide

                                Onderstreep de belangrijkste begrippen en maak een schematische samenvatting van paragraaf 2 'Vlaanderen'. Hou de leerdoelen (Learnbeat of LessonUp) bij de hand om te kijken waar jouw schematische samenvatting aan moet voldoen. 

                                
3.2 Vlaanderen
opdracht

Slide 14 - Slide

3.2 Vlaanderen
Laat-gotiek
hoffeesten voor etaleren van macht
Filips de Goede - inkomst in Gent; macht in handen
belangrijkste stad na Parijs in Bourgondië
Noord-Frankrijk, Vlaanderen, Zuid-Nederland. 
tableaux vivant = burgers als levend standbeeld langs route
Aanbidding van het lam Gods - Jan en Hubert van Eyck
onderhuids protest
toetsvraag
Er zal op de toets zeker aandacht worden besteed aan het verschil tussen Bourgondië en Italië in de 15e eeuw. 

Slide 15 - Slide

voor                    Ter voorbereiding op de volgende les maak je de oefenvragen van de inleiding en van paragraaf 3.1 en 3.2 (LET OP DE TITELS OP LEARNBEAT). 

Daarnaast maak je een schematische samenvatting van de hoofdstukken 3.3 Vlaamse polyfonie en 3.4 De'Medici. Deze schematische samenvattingen MOET je inleveren op Learnbeat.   
3. Vroegrenaissance
huiswerk
ongeveer 15 min. 
ongeveer 45 min. 

Slide 16 - Slide

H3 vroegrenaissance
lijnperspectief
Bij de lijnperspectief speelt de horizon een grote rol. Op de horizon liggen namelijk verdwijnpunten (ook vluchtpunten genoemd) van horizontale lijnen.

Slide 17 - Slide

klassieken
samenvatting
schematische samenvatting
  • pijlen om verbanden aan te geven
  • / om een relatie aan te geven
  • ? voor een vraagstelling binnen het proces
  • = als begrippen (of groepen) gelijk zijn aan andere begrippen

doel
  • helpen met redeneren;
  • begrippen beter onthouden;
  • belangrijke informatie gemakkelijker opslaan.

Slide 18 - Slide

klassieken
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 19 - Drag question