2.4

    Welkom
๐Ÿ’ผ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
๐Ÿ“– Leg bladzijde 58 (H2.4) voor je open.
๐Ÿ”ฒ Laat je ipad nog maar even in je tas.

DEZE LES:
Werken met formules
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom
๐Ÿ’ผ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
๐Ÿ“– Leg bladzijde 58 (H2.4) voor je open.
๐Ÿ”ฒ Laat je ipad nog maar even in je tas.

DEZE LES:
Werken met formules

Slide 1 - Slide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
Hw: H2.3 opd. 13, 14, 15, 16 & 17
Berekeningen maken met formules
opd. 21 & 23 samen maken
aan de slag 
Zelfstandig werken aan opdrachten
huiswerk
voorkennis 
Tabel maken bij formule
Mk: ยง 2.4 af

Slide 2 - Slide

        Voorkennis
In vorige lessen heb je geleerd hoe je een grafiek bij een formule kunt maken.

formule                tabel                grafiek


 

Slide 3 - Slide

Wat leer je deze les?

In deze les leer je hoe je berekening maakt met formules.

In deze les leer je wat woordformules en 'gewone' formules zijn
        leerdoelen

Slide 4 - Slide

Tot nu toe hebben we telkens met woordformules gewerkt.
In woordformules gebruiken we hele woorden.

voorbeeld:
totale kosten = 500 + 45 x aantal deelnemers 

Deze woordformule kunnen we afkorten (schrijven als 'gewone' formule:)
500 + 45d = k            d= aantal deelnemers en  k = totale kosten
formules.
uitleg 
we vervangen de woordjes door een letter
- en -
We laten tussen een cijfer en een letter het keerteken weg!   45d   =  45 x d

Slide 5 - Slide

even oefenen
Samen 
Maak van de woordformule een 'gewone formule

a.      60 + 7,50 x aantal weken = spaargeld


b.    240 - 30 x  aantal minuten = inhoud bad


c.     500 + 65 x aantal deelnemers = kosten excursie


60 + 7,50w = s       
240 - 30m = i       
500 + 65d = k       

Slide 6 - Slide

even oefenen
Samen 
Maak van de woordformule een 'gewone formule

a.     spaargeld = 60 + 7,50 x aantal weken 


b.   inhoud bad = 240 - 30 x  aantal minuten 


c.    kosten excursie = 500 + 65 x aantal deelnemers 


60 + 7,50w = s       
240 - 30m = i       
500 + 65d = k       

Slide 7 - Slide

Berekeningen met formules
uitleg 
gegeven is de formule:      
70 + 10w = s                                            w = tijd in weken en s = hoeveelheid spaargeld

Opdracht.
  • Bereken de hoeveelheid spaargeld bij 10 weken sparen
  • Bereken s voor w = 10
  • W = 10 bereken s

Je leest het woord bereken, je moet dus een berekening noteren in je schrift. 

Hoe pak je dit nu aan?

Slide 8 - Slide

Berekeningen met formules
uitleg 
formule:      
70 + 10w = s                                            w = tijd in weken en s = hoeveelheid spaargeld

Opdracht.
Bereken de hoeveelheid spaargeld bij 10 weken sparen

aanpak:
het aantal weken = 10.  Vul op de plek van de w het getal 10 in.
70 + 10w = s  
70 + 10 x 10 = 170          (niet vergeten: tussen een cijfer en een letter hoort een x)

Slide 9 - Slide

Opd.  21 & 23   blz 59.
Samen 

Slide 10 - Slide

wat
hoe
tijd
         aan de slag 
H2.4 blz. 58
mk: opd 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25
Eerste 5 minuten zelfstandig

Daarna fluisterend samenwerken binnen je tafelrij
Tot het einde van de les

Slide 11 - Slide

Huiswerk 
Huiswerk:

Mk: H2.4 opd. 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25


Werk fluisterend binnen je tafelrij

  • Teken je tabellen netjes met potlood en geo. 
  • Werk niet te snel, lees de vraag goed en noteer je hele berekening.

Slide 12 - Slide