Nederlands Online - 09-06-2020 -Thema 3 natuur - woordenschat herhaling

Fijn dat jullie er weer zijn.
We gaan vandaag verder met het thema
de Natuur
Hallo P1a
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Fijn dat jullie er weer zijn.
We gaan vandaag verder met het thema
de Natuur
Hallo P1a

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

WELKOM P1A

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Uitleg toets Rekenen volgende week
  2. Videoles woordenschat
  3. Nederlands uit het boek
  4. Engels uit het boek
  5. Rekenen uit het boek
  6. Kunsteducatie huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toets Rekenen
Opdrachten voor thuis en Toets volgende week woensdag
Hoofdstuk 2 afmaken en leren
Zaid, Edwin, Nawfal, Kaily, Nazli
Hoofdstuk 3 afmaken en leren
Jayson, Andrea, Özge
Hoofdstuk 4 afmaken en leren
Rabia, Celina,Tiba
Hoofdstuk 5 afmaken en leren
Samoel, Yamen, Salah-Eddine, Maria-Kisha

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doel
Je weet de betekenis van 
  • de woordenschat bij het thema Natuur 
  • de spreekwoorden en gezegdes bij het thema Natuur.

 Thema : Natuur

Slide 4 - Slide

"F:\School\2019 - 2020\CORONA\Leerlingen naw.xlsx"
We beginnen met een quiz over de woorden van het thema natuur
en daarna krijg je de spreekwoorden
 Thema : Natuur

Slide 5 - Slide

"F:\School\2019 - 2020\CORONA\Leerlingen naw.xlsx"
3. Nederlands
Wat moet je doen bij het stukje over de spreekwoorden?
1. Lees de spreekwoorden/uitdrukkingen door.
2. Lees de betekenissen die eronder staan door.
3. kies uit a, b, c en d het juiste antwoord. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Regenwoud
Vervuiling
Oceaan
Weersverwachting
Voortplanten

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Het landschap
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Het Klimaat
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Het regenwoud
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Recyclen
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Afvalscheiding
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Vegatarisch
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
oceaan
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee werelddelen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Het seizoen
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Zich voortplanten
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Het milieu
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Biologisch
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
De natuur
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
Uitsterven
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
De vervuiling
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het volgende woord?
De weersverwachting
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

3. Nederlands
Wat moet je doen?
1. Lees de spreekwoorden/uitdrukkingen door.
2. Lees de betekenissen die eronder staan door.
3. kies uit a, b, c en d het juiste antwoord. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent ?
Een bezige bij.
A
Heel vroeg in de ochtend.
B
Ergens voordeel van hebben.
C
Weet ik niet
D
Iemand die altijd druk bezig is.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ?
Nu komt de aap uit de mouw.
A
Nu wordt duidelijk wat de waarheid is.
B
Zeggen wat je ergens echt van vindt
C
Je ineens niet op je gemak voelen.
D
Weet ik niet

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ?
Het Spaans benauwd krijgen.
A
Heel vroeg in de ochtend.
B
Lachen zonder het grappig te vinden
C
Je ineens niet op je gemak voelen
D
Lachen zonder het grappig te vinden.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ?
je als een vis in het water voelen.
A
Er is helemaal niets aan de hand.
B
Je ergens helemaal goed bij voelen.
C
Lachen zonder het grappig te vinden.
D
Heel vroeg in de ochtend.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ?
Lachen als een boer met kiespijn
A
Lachen zonder het grappig te vinden
B
Zeggen wat je ergens van vindt
C
Iemand die altijd heel druk bezig is
D
Je ergens helemaal goed bij voelen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Niet in zeven sloten tegelijk lopen.
Het Spaans benauwd krijgen
Voor dag en dauw
Er is geen vuiltje aan de lucht
Je als een vis in het water voelen
Heel vroeg in de ochtend
Geen domme dingen doen
Bang worden
Er is helemaal niets aan de hand
Je ergens helemaal goed bij voelen

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Ergens de vruchten van plukken
Een bezige bij
Het beestje bij de naam noemen
Lachen als een boer met kiespijn
Nu komt de aap uit de mouw
Ergens voordeel van hebben
Iemand die altijd druk bezig is
Lachen zonder het grappig te vinden
Zeggen wat je er van vindt
Nu wordt duidelijk wat de waarheid is

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions