§1 Kiezen of delen - Oefenopdracht
Gegeven:Je hebt een budget van €45. Je wil een productcombinatie kopen van boeken en bioscoopkaartjes. Een boek kost €15 en een bioscoopkaartje kost €9.
A. Teken de budgetlijn. Op de verticale as het aantal boeken
en op de horizontale as het aantal bioscoopkaartjes.
B. Stel de vergelijking op
C. Hoeveel bioscoopkaartjes kan je
maximaal kopen als je geen boeken koopt?
D. Hoeveel boeken kan je maximaal kopen
als je 3 bioscoopkaartjes koopt?