Thema 3 - les 3

• Nederlands
• HBO
• Studiejaar 1

Brief

Ik schrijf hier lieve dingen

in het zand –

met de tenen aan mijn voet,

met de vingers van mijn hand.

De zee komt even lezen,

trekt mijn letters van het strand

en brengt ze naar de overkant.

Of spoelt mijn brief alleen

een beetje heen en weer?

Ik krijg nooit antwoord.

Of juist wel?

Legt de zee met elke golf

een nieuwe bladzij

voor me neer?

Edward van de Vendel

Vandaag 

• Schrijfstrategieën: vertellend en denkend schrijven
  
• Schrijfdoelen en tekstsoorten
  
• Stelvaardigheden
  
• Feedback geven op schrijfwerk van kinderen
  

Doelen voor taal thema 3 (dus de succescriteria)

• De student ontwerpt en geeft een les begrijpend lezen óf een stelles waarbij: 
  
• de beginsituatie in kaart is gebracht met gebruik van informatie over aspecten en ontwikkeling van begrijpend lezen en stellen in groep 4-5-6 en ingewonnen informatie over begrijpend leesonderwijs /stelonderwijs van de werkplekbegeleider;
  
• de doelstellingen specifiek zijn geformuleerd en gericht zijn op zowel het lees-/schrijfproces als op de leesopbrengst/ het schrijfproduct. 
  
• de les volgens actuele didactische inzichten over effectief onderwijs in begrijpend lezen/ stellen is vormgegeven;
  
• de les aansluit bij de leefwereld, voorkennis en de lees- of schrijfmotivatie van de kinderen;
  
• de les qua onderwerp aansluit bij één van de andere te ontwerpen lessen binnen dit thema.
  

Welke vragen komen er bij je op?

Lesdoelen les 2: Stellen

Je begrijpt wat de schrijfstrategieën ‘vertellend schrijven’ en ‘denkend schrijven’ inhouden en je kunt dit koppelen aan de schrijfontwikkeling van kinderen.

Je kunt de functies van taal (communicatieve, conceptualiserende en expressieve functie) koppelen aan schrijfdoelen en tekstsoorten.

Je begrijpt wat de volgende stelvaardigheden inhouden:

- Bepalen doel, publiek, tekstsoort

- Verzamelen, selecteren en ordenen inhoud

- Structureren van de tekst

- Formuleren

- Reviseren

- Verzorgen van de tekst

Je kunt doelen van stellessen specifiek formuleren en richten op zowel het schrijfproces als het schrijfproduct.

Je kunt de schrijfvaardigheid van leerlingen evalueren door feedback en feed forward te geven op het schrijfproces en het schrijfproduct.

Vertellend schrijven

Denkend schrijven

Beschouwende tekst

Schrijfdoel: Informeren

Schrijfdoel: overtuigen

Schrijfdoel: amuseren

Schrijfdoel: instrueren

Informatieve tekst

Argumentatieve tekst

Poëzie

Verhalende tekst

Directieve tekst

Weergave van waarnemingen 

Schrijfdoel: Informeren

Schrijfdoel: overtuigen

Schrijfdoel: amuseren

Schrijfdoel: instrueren

Beschrijving van de werkelijkheid 

Argumenten

Persoonlijke weergave van de werkelijkheid

Verzonnen gebeurtenissen

Stappenplan

Classificatie

Mening

Lijstjes

Bewijsvoering

Beeldende taal

Bijsluiter

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Instrueren

Roman

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Instrueren

Sollicitatiebrief

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Instrueren

Recept

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Instrueren

Nieuwe kerndoelen voor taal

Uit het voorstel van curriculum.nu voor nieuwe kerndoelen (oktober 2019):

“Er is expliciet aandacht voor kwalitatief goede interactie om de taal- en denkontwikkeling van leerlingen te bevorderen.

Leerlingen werken aan hun taalbewustzijn en taalleervaardigheden, zodat ze doelgericht kunnen communiceren en hun taalgebruik blijven ontwikkelen. Hoe breng je je boodschap over, hoe kun je iets op een andere manier zeggen of schrijven? Leerlingen leren hulp en feedback vragen op hun taalgebruik en aanpak. Ze leren de feedback gebruiken in nieuwe situaties en ze ontwikkelen hun spreek- en schrijfdurf.” 

Stelvaardigheden

• Bepalen van doel, publiek en tekstsoort
  
• Verzamelen, selecteren en ordenen van de inhoud
  
• Structureren van de tekst
  
• Formuleren
  
• Reviseren
  
• Verzorgen van de tekst
  

Lesdoel stelles specifiek formuleren

Gericht op het schrijfproduct en het schrijfproces

Stelvaardigheden:

• Bepalen van doel, publiek en tekstsoort
  
• Verzamelen, selecteren en ordenen van de inhoud
  
• Structureren van de tekst
  
• Formuleren
  
• Reviseren
  
• Verzorgen van de tekst
  

Bijvoorbeeld:

De leerlingen kunnen spelregels schrijven voor hun zelfbedachte spel, door eerst regels te verzamelen, te selecteren en te ordenen.  

  

De leerlingen kunnen een verslag schrijven van het bezoek aan de kinderboerderij. Bij het formuleren van hun tekst gebruiken ze de woorden ‘zien, horen, ruiken, proeven, voelen’.  

De leerlingen kunnen een argumentatieve tekst schrijven waarin ze hun zelfbedachte oplossing voor het lerarentekort promoten. Ze kiezen als publiek uit: de minister-president, middelbare scholieren, de redactie van het Jeugdjournaal of van Kidsweek. Ze kiezen een passende tekstsoort: een pamflet, een brief of een infographic.  

Beschrijf een korte schrijfopdracht voor jouw groep.

Evalueren van het schrijven

• Schrijfproces en schrijfproduct
  
• Voor-tijdens-na het schrijven
  
• Niet algemeen maar specifiek
  
• Feedback en feed forward
  
• Door leerkracht, leerlingen (peers) en zelfevaluatie
  

Een tekst is een persoonlijke creatie. Schrijvers zijn daarom gevoelig voor kritiek. Formuleer je feedback en feed forward dus altijd positief en opbouwend!

Heb je een antwoord op jouw vraag gekregen?

😒🙁😐🙂😃

Lesdoelen les 2

Je begrijpt wat de schrijfstrategieën ‘vertellend schrijven’ en ‘denkend schrijven’ inhouden en je kunt dit koppelen aan de schrijfontwikkeling van kinderen.

Je kunt de functies van taal (communicatieve, conceptualiserende en expressieve functie) koppelen aan schrijfdoelen en tekstsoorten.

Je begrijpt wat de volgende stelvaardigheden inhouden:

• Bepalen doel, publiek, tekstsoort
  
• Verzamelen, selecteren en ordenen inhoud
  
• Structureren van de tekst
  
• Formuleren
  
• Reviseren
  
• Verzorgen van de tekst
  

Je kunt doelen van stellessen specifiek formuleren en richten op zowel het schrijfproces als het schrijfproduct.

Je kunt de schrijfvaardigheid van leerlingen evalueren door feedback en feed forward te geven op het schrijfproces en het schrijfproduct.