Ziektekunde 2 taak 1

Ziektekunde 2 taak 1
toets 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Ziektekunde 2 taak 1
toets 

Slide 1 - Slide

MS is een spierziekte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

MS is progressief en chronisch
A
juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Bij MS wordt de meyeline schede aangetast.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Bij MS start er een curatieve behandeling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De prikkelgeleiding blijft in tact bij MS
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Er zijn verschillende vormen van MS
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

ALS is een ziekte waarbij de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg en het onderste deel van de hersenen (hersenstam) afsterven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

atrofie van alle willekeurige spieren is een belangrijk symptoom van ALS
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

ALS komt meer voor bij mannen dan vrouwen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Bij ALS is dwang-lachen en of huilen een symptoom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De levensverwachting is 15 jaar voor iemand met ALS
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Therapie bij ALS is symptomatisch en palliatief.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat zijn "zichtbare fasciculaties"

Bepaalde fijne “trillingen” in de spieren zichtbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

noem mogelijk oorzaken van een dwarslaesie

Slide 15 - Open question

noem aspecten waar je in de zorg rekening mee moet houden

Slide 16 - Open question

MS en ALS zijn...
A
spierziekten
B
aandoeningen aan het zenuwstelsel

Slide 17 - Quiz

Wat is een spasme?
A
Ontspanning van de spieren
B
Heftige kramp door een blessure
C
Een ongecontroleerde samentrekking van een spier
D
Dwanghuilen

Slide 18 - Quiz

Wat is van belang bij het doel revalidatie?
A
Dat iemand zo hard mogelijk rent
B
Dat iemand oefent tot het hoogst haalbare is bereikt
C
Dat iemand zelf aangeeft dat hij/zij tevreden is
D
Dat iemand zo vaak mogelijk naar de revalidatie gaat

Slide 19 - Quiz

Reactivering en revalidatie vinden plaats in een...?

Slide 20 - Open question