What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
SEMANA 25 - MATERIA T4
Metas
Doelen
En esta clase...
1. ...
repaso toda la materia para la prueba
2. ...
practico la gramática y el vocabulario
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Metas
Doelen
En esta clase...
1. ...
repaso toda la materia para la prueba
2. ...
practico la gramática y el vocabulario
Slide 1 - Slide
Estudiar
- grammatica H9
- grammatica H10
- voca H9 beide kanten (zinnen "Para comunicarse" niet)
- voca H10 beide kanten (zinnen "Para comunicarse" niet)
- pretérito perfecto (LT p 143 óók onregelmatige)
Slide 2 - Slide
Meewerkend voorwerp
Hiermee kun je het meewerkend voorwerp van een zin vervangen: me / te / le / nos / os/ les
Hetzelfde als de voornaamwoorden van gustar
Ze staan altijd vóór de persoonsvorm (ontk.: tussen 'no' & pv)
Alejando escribe un mensaje
a Ana
Alejando
le
escribe un mensaje
Slide 3 - Slide
Pepe cuenta una historia a ti.
Slide 4 - Open question
Elena y Javi dicen algo a María.
Slide 5 - Open question
Tú preguntas algo a nosotros.
Slide 6 - Open question
Mi abuelo no escribe un mensaje a mi.
Slide 7 - Open question
Het werkwoord 'gustar'
Betekent 'leuk vinden' of 'houden van'
Gebruik je met me / te / le / nos / os/ les
Je gebruikt alleen gusta of gustan (dus
niet
*Yo gusto
!)
Bij ontkenning:
No
+
me/te/le/nos/os/les
+
gusta/gustan
Vergeet het lidwoord niet na gusta/gustan
Me gusta
jugar al fútbol.
Me gusta
el deporte.
(ww / ev)
Me gustan
las hamburguesas.
(mv)
Slide 8 - Slide
Ik houd van frietjes.
Slide 9 - Open question
Houd jij van hamburgers?
Slide 10 - Open question
Houden jullie van zwemmen?
Slide 11 - Open question
Wij houden niet van huiswerk maken.
Slide 12 - Open question
Aanwijzend voornaamwoord
Es
t
e / es
t
a / es
t
os / es
t
as = dich
t
bij (dit/deze)
Ese / esa / esos / esas = ver weg (die/dat)
Estas camisetas son caras.
Deze T-shirts zijn duur.
Esa falta está de moda.
Die rok is in de mode.
Slide 13 - Slide
... móvil
Slide 14 - Open question
... madre
Slide 15 - Open question
Decir
Zeggen
'D
e
cir' betekent 'zeggen' en is
een onregelmatig werkwoord.
Gaat vaak met meewerkend
voorwerp (CI)!
> Juan
me
dice la verdad.
(
Juan zegt
mij
de waarheid.
)
Slide 16 - Slide
Wat zeg jij*? (*weglaten)
Slide 17 - Open question
Futuro
Toekomende tijd
Slide 18 - Slide
Wat ga jij* zeggen? *weglaten
Slide 19 - Open question
Betrekkelijk voornaamwoord 'que'
Hiermee kun je twee zinnen samenvoegen tot één zin.
Of gewoon meer informatie geven in één zin.
La carpeta está en el escritorio. La carpeta es roja.
La carpeta
que
está en el escritorio es roja.
Het mapje
dat
op het bureau ligt is rood.
Slide 20 - Slide
El chico habla. El chico se llama Juan.
Slide 21 - Open question
Llevas un jersey. El jersey es bonito.
Slide 22 - Open question
Paco tiene una tía. La tía vive en Madrid.
Slide 23 - Open question
Cantidades
Eenheden
una lata
de
atún
un paquete
de
arroz
cien gramos
de
azúcar
seiscientos gramos
de
pollo
cuatro botellas
de
agua
un poco
de
sal
¡!
zonder 'de':
seis
melones,
ocho
botellas de zumo,
muchas
uvas,
pocos
plátanos,
mucha
comida
Slide 24 - Slide
Mucho & Poco
mucho/-a/-os/-as (veel)
poco/-a/-os/-as (weinig)
Kijk goed naar het woord dat erachter staat!
Slide 25 - Slide
weinig fruit
Slide 26 - Open question
veel argumenten
Slide 27 - Open question
veel huiswerk
Slide 28 - Open question
weinig tijd
Slide 29 - Open question
Perfecto
Voltooide tijd
HABER = VOLtOOID DEELWOORD
Onreg. volt. deelwoorden:
ver
>
visto
decir
>
dicho
hacer
>
hecho
escribir
>
escrito
Slide 30 - Slide
Wij* hebben gegeten.
*weglaten
Slide 31 - Open question
Ik* heb een feest georganiseerd.
*weglaten
Slide 32 - Open question
¡A trabajar!
Aan het werk!
Waar je mee kunt oefenen:
- LT 110-112 ejercicios 4a,5a,7,8,9,10 (nakijkblad bij docent)
- LT 124-125 ejercicios 2a,4,5a,6a (nakijkblad bij docent)
- LE 79
- LE 85-86
- extra oefenmateriaal (Magister/bij docent)
Slide 33 - Slide
More lessons like this
SEMANA 21 - EL DÍA DE LA COMIDA SANA, QUÉ/QUE, CANTIDADES, MUCHO/POCO
May 2023
- Lesson with
18 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
SEMANA 08 - LA ROPA, LOS COLORES & AANWIJZEND VOORNAAMWOORDEN
February 2023
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
SEMANA 08 - LA ROPA, LOS COLORES & AANWIJZEND VOORNAAMWOORDEN
February 2023
- Lesson with
35 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
SPA 2A 2022 P4
May 2022
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Semana 48 U5 Lección 2 ¿Pueblo o ciudad?
September 2024
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
SEMANA 37 - GUSTAR/ENCANTAR Y PRONOMBRES COMPLEMENTO INDIRECTO
September 2022
- Lesson with
10 slides
Spaans
WO
Studiejaar 3
Semana 48 Lección 2 ¿Pueblo o ciudad?
September 2024
- Lesson with
18 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
SEMANA 07 - GUSTAR & MEEWERKEND VOORWERP
February 2023
- Lesson with
28 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3