Nederlands opdracht 12 en 13 week 49

Deze week opdracht 12 en 13
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deze week opdracht 12 en 13
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

We bekijken en bespreken het jeugdjournaal van gisteren
Klik hier

daarna kijken we blz 50/51 na

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma 
  • Terugblik
  • Uitleg lidwoord, zelfstandig naamwoord 
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord
  • Opdrachten bij blz 54/55
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Aan het einde van deze les hebben jullie geleerd
woordsoorten in een zin te vinden en te benoemen
LESDOEL van vandaag: 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

welke lidwoorden ken je?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandige naamwoorden
Hoe vind je die?
- Je kan er altijd de/het voor zetten.
- Je kan het woord verkleinen.
- Je kan het woord in het meervoud zetten. 



Welke categorieën zijn er ook alweer allemaal?

Slide 6 - Slide

Mensen
Dieren
Planten
Dingen
Begrippen
Namen
Zelfstandig naamwoord
  • Mensen
  • Dieren
  • Planten
  • Dingen
  • Begrippen
  • Namen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.


Voorbeelden:
De gevlekte koe
 
Soms staan er zelfs meerdere bijvoeglijke naamwoorden op die plek. 
Kijk maar:
Het leuke, spannende spel
De snelle, blauwe auto


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord staat soms ook achter een zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld:
De juf is leuk.
De traktatie was lekker.

Heel soms vind je een zin waarin er zowel vóór als achter het zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord staat.
Bijvoorbeeld:
De strenge juf was boos.



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kijk om je heen en maak zo veel mogelijk combinaties.
Voorbeeld:
de houten stoel
de bruine tafel

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Dian schreef een keurige mail.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
schreef
B
een
C
keurige
D
Dian

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het oude huis staat op een berg.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
oude
B
berg
C
staat
D
huis

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Aan het einde van deze les hebben jullie geleerd
woordsoorten in een zin te vinden en te benoemen
LESDOEL van vandaag bereikt? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions




  • Woordsoorten herhalen 
  • Samen afsluiten
Vandaag
blz 54/55
 Huiswerk:
Programma:

Slide 15 - Slide

Tyler