3VP4 - laatste twee lessen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

3VP4 - Op naar de toets! 

Programma

• Toetsstof bespreken
• Toetsstofquizzz
• Laatste oefeningen 4.10 bespreken
• Aan de slag: oefening leesvaardigheid

Volgende en laatste les:

Oefening leesvaardigheid bespreken + zomerquiz! 

Toetsstof

• Toets: Leesvaardigheid en woordenschat (telt 3x mee)
• Talent 3.3 en 4.3 (Lezen)
• Talent 3.5 en 4.5 (Woorden)

Toetsstof - QUIZZZZZZ

Wat is het tekstdoel van reclame?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat is ideële reclame?

1. Heeft tot doel mensen over te halen tot iets en geld te verdienen.
2. Met deze reclame wordt een goed idee verkocht.
3. Wil gedrag beïnvloeden en een boodschap overdragen
4. Een indringende reclameboodschap

Korte tekst die op een vaste plek verschijnt waarin de mening van de schrijver vaak een belangrijke rol heeft.

1. Recensie
2. Weerbericht
3. Artikel
4. Column

Een duidelijk voorbeeld van

1. Stereotype
2. Gemeenplaats
3. Een sterk staaltje van
4. Evident

Welk tekstdoel heeft een betoog?

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Overtuigen

Hoe herken je een betoog?

1. Het is een tekst over het leven van de schrijver.
2. Mening schrijver + bijhorende argumenten
3. Aan de kolommen.
4. Titel, inleiding, middenstuk, slot

Ingaan op het tegenargument en uitleggen waarom het argument niet geldig is, noem je..

1. Een tegenargument geven
2. Weerleggen

Cruciaal

1. Beslissend, noodzakelijk
2. Overduidelijk, vanzelfsprekend
3. In principe, als regel
4. In ruime mate beschikken over

Wat zijn subjectieve argumenten?

1. Meningen, persoonlijke ervaringen
2. Synoniem voor objectieve argumenten.
3. Feiten en gegevens uit een onderzoek
4. Hoofdargumenten

Een argument van iemand met een andere mening noem je een...

1. Tegenargument
2. Weerlegging

4.10 Media en onderzoek

Pak je huiswerk erbij. 

Opdracht 4: 

Welke frames?

Boodschap?

Geslaagd?

Opdracht 5

Aan de slag

Maak de extra leestaak.

Noteer de antwoorden netjes in je schrift. Let hierbij op de formulering van het antwoord. -> hele zin, hoofdletter, punt, spelling....

De volgende les gaan we de oefening bespreken!