P2 week 5 les 8 en 9 Hst 3 Talent

T V 2 B
27 november
Welkom!

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T V 2 B
27 november
Welkom!

Slide 1 - Slide

Startopdracht: verbeter de fout (één fout per zin). 

  1. Het gebeurd maar al te vaak dat je te laat komt.
  2. Het hoofd personage van 'Zonder titel' is Joshua.
  3. Wanneer is de toets week?
  4. Zij lachtte naar de verkoopster. 

Slide 2 - Slide

Startopdracht: verbeter de fout (één fout per zin). 

  • Het gebeurt maar al te vaak dat je te laat komt.
[gebeuren, teg.tijd, dus T]
  • Het hoofdpersonage van 'Zonder titel' is Joshua.
[samenstellingen schrijven we aan elkaar]
  • Wanneer is de toetsweek?
[samenstellingen schrijven we aan elkaar]
  • Zij lachte naar de verkoopster. 
['lachen' is hele ww: in de verl.tijd komt er -te/-ten achter als de medeklinker van de stam in "'t ex-kofschip" staat]

Slide 3 - Slide

Leerdoel deze week

  • Je kent de kenmerken van een betogende tekst
  • Je weet wat argumenten zijn
  • Je weet hoe je kritisch leest
  • Je weet wat het tekstverband 'oorzaak-gevolg' is
  • Je hebt je toets van Literatuur ingezien

=> TEA 2: leesvaardigheid: H1, 2 en 3 Talent & Reader


     

    Slide 4 - Slide

    Huiswerk 27-11

    • opdracht 2 t/m 7 maken tekst 2 Reader
    • Talent: Hst. 2.3 tekst 1, opdr. 4 t/m 8

    Slide 5 - Slide

    Vragen bij verkennend lezen:
    Onderwerp
    Tekstdoel
    Tekstsoort
    Opbouw
    Bron
    Schrijver

    Slide 6 - Slide

    Vragen bij verkennend lezen:
    Onderwerp: online gedrag van ouders en kinderen.
    Tekstdoel: informeren.
    Tekstsoort: informatieve tekst (krantenartikel).
    Opbouw: tweedeling: inleiding (alinea 1), kern (alinea 2-10). Geen slot, want nieuwsartikel
    Bron: website van het AD, een landelijke krant; schrijver: Hanneke van Houwelingen.

    Slide 7 - Slide

    Leesvaardigheid 
    uitleg

    Hst 3.3

    Slide 8 - Slide

    Betogende tekst
    • tekstdoel is overtuigen, dus het gaat om de mening / standpunt van de schrijver
    • de schrijver wil met argumenten (redenen) aantonen dat zijn mening de juiste is
    • er kunnen ook meningen van anderen in voorkomen, bijv. ter ondersteuning van de mening van de schrijver
    • hoe beter de argumenten, hoe meer de lezer overtuigd kan raken. 

    Slide 9 - Slide

    Betogende tekst (2)
    • Argumenten kunnen objectief zijn (controleerbare feiten, bijv. onderzoeksresultaten) of subjectief (meningen, persoonlijke indrukken) 
    • Soms gebruikt een schrijver ook tegenargumenten (dus argumenten die een tegenstander zou gebruiken), om die daarna te weerleggen (onderuit te halen).
    • Daarmee wordt zijn betoog (of ingezonden brief) overtuigender

    Slide 10 - Slide

    Slide 11 - Slide

    Opbouw betogende tekst 
    • inleiding: de schrijver noemt het onderwerp en geeft daarover zijn mening;
    • kern: de schrijver geeft argumenten voor zijn mening;
    • slot: de schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen of herhaalt zijn standpunt.

    Let op: de hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat uit de mening van de schrijver, meestal gevolgd door zijn belangrijkste argument.

    Slide 12 - Slide

    Wat is  je  nog niet duidelijk? 
    kenmerken van een overtuigende of betogende tekst

    Slide 13 - Slide

    Zelfstandig werken (in Plenda, 28-11)

    • Tekst 3 nauwkeurig lezen in de reader (pag. 6 en 7) en opdrachten 1 t/m 5 maken (pag 6 en 8)
    • Talent: leer blauwe theorieblokken leesvaardigheid H 2.3 en H 3.3
    • Moeite met leesvaardigheid? Maak de opdrachten 13 t/m 16 uit 2.2


    Slide 14 - Slide

    Toets bespreken

    Slide 15 - Slide

    T V 2 B
    28 nov.
    Welkom!
    Pak je schrift, boek en reader



    Slide 16 - Slide

    Startopdracht
    standpunt en argumenten vinden 

    Slide 17 - Slide

    Slide 18 - Slide

    Standpunt/mening: geschiedenis verplicht examenvak
    Argument: dan krijgen llnn voldoende informatie over de Holocaust, het kolonialisme, slavernij en democratie.
    Doel: antisemitisme bestrijden

    Slide 19 - Slide

    Slide 20 - Slide

    Leerdoel deze week

    • Je kent de kenmerken van een betogende tekst
    • Je weet wat argumenten zijn
    • Je weet hoe je kritisch leest
    • Je weet wat het tekstverband 'oorzaak-gevolg' is
    • Je hebt je toets van Literatuur ingezien

    => TEA 2: toets leesvaardigheid => wat moet je leren?


       

      Slide 21 - Slide

      Huiswerk (in Plenda, 28-11)

      • Tekst 3 nauwkeurig lezen in de reader (pag. 6 en 7) en opdrachten 1 t/m 5 maken (pag 6 en 8)
      • Talent: leer blauwe theorieblokken leesvaardigheid H 2.3 en H 3.3
      • Moeite met leesvaardigheid? Maak de opdrachten 13 t/m 16 uit 2.2


      Slide 22 - Slide

      Betogende tekstsoorten 

      • opiniestuk
      • ingezonden brief
      • beoordeling
      • boekbespreking
      • filmrecensie
      • klachtenbrief

      Slide 23 - Slide

      Tekstverband Oorzaak-gevolg

      • Signaalwoorden: doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg.
      • Voorbeeld 1: "Ik werd getackeld tijdens de wedstrijd en kreeg daardoor een dikke knie."
      • Oorzaak: getackeld worden
      • Gevolg: dikke knie
      • Voorbeeld 2: "Leerlingen krijgen vijf of zes jaar geschiedenisonderwijs, waardoor ze beter weten hoe racisme en antisemitisme bestreden kunnen worden."

      Slide 24 - Slide

      Leesstrategieën
      1. verkennend lezen;
      2 nauwkeurig lezen;
      3 zoekend lezen;
      4 studerend lezen;
      5 kritisch lezen.

      Slide 25 - Slide

      Kritisch lezen 

      • Is de schrijver deskundig? 
      • Hoe weet hij dat? 
      • Is het onderzocht
      • Is die informatiebron betrouwbaar? 
      • Is de informatie waar?
      • Strookt de mening van de schrijver met mijn eigen mening? 

      Slide 26 - Slide

      Iedereen in een uniform naar school!

      Slide 27 - Slide

      Zelfstandig werken (in Plenda, 4-12)

      • Talent: Leer blauwe theorieblokken leesvaardigheid H 2.3 en H 3.3
      • Maken Talent: 3.3, opdracht 6 t/m 10
      • Lezen tekst 4 uit reader: Iedereen in een uniform naar school (pag 10-12) en opdracht 2 en 3 maken (pag. 12)
      • Stuur mij een berichtje als je de formatieve oefentoets via LessonUp wilt maken.
      • Volgende les: oefentoets leesvaardigheid


      Slide 28 - Slide

      Wat heb je deze week bereikt?

      Slide 29 - Slide