Er is sprake van macht en afhankelijkheid.
De werkbegeleider beslist mee over de toekomst van de student.
In de relatie is sprake van een georganiseerde afstemming op elkaar. Het patroon van de gesprekken ligt voor een deel
vast: introductiegesprek, begeleidingsgesprek, enz. De relatie wordt
gestructureerd vanuit het doel.
De relatie is van beperkte, veelal vastgestelde duur.
De relatie is niet vrijwillig op basis van wederzijdse sympathie tot stand gekomen. Er
is niet voor elkaar gekozen.
Ook binnen een functionele relatie is het van belang gevoelsmatig bij elkaar betrokken te