This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H4 - Arm en rijk
Slide 1 - Slide
Hoe goed heb je nu al geleerd voor de toets?
Slide 2 - Poll
Kun je Peru en Spanje vergelijken als je kijkt naar armoede, werk en gezondheid?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
De hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor een dollar of een euro kunt kopen. Welk begrip hoort hierbij?
A
Gezondheidszorg
B
Koopkracht
C
Welvaart
D
Armoedegrens
Slide 4 - Quiz
Wat is het bnp/hoofd?
Slide 5 - Open question
Veel mensen verdienen hun geld in de scharreleconomie. Welke landen worden hier bedoeld?
A
Westerse landen
B
Rijke landen met welvaartsziekten
C
Arme landen
D
Landen waar het welzijn hoog is
Slide 6 - Quiz
Je kunt de wereld indelen in 3 groepen landen als je kijkt naar de welvaart. Welke 3 groepen zijn dat?
Slide 7 - Open question
Op welke plek staat Nederland op de wereldranglijst van het bpn/hoofd?
A
1
B
5
C
10
D
15
Slide 8 - Quiz
Welk schaalniveau hoort bij de hele wereld?
A
Lokaal
B
Nationaal
C
Mondiaal
Slide 9 - Quiz
Wat is een mainport?
Slide 10 - Open question
Om te zien of een land rijk of arm is, kun je naar de import en export kijken. je kijkt daarvoor naar de.....
A
Handelbalans
B
Nergens naar
C
Multinationals
D
Bpn/hoofd
Slide 11 - Quiz
Vanuit de haven van Shanghai (China) wordt een grote stroom goederen via de rivier naar het binnenland vervoerd. Ook de andere verbindingen vanuit deze havenstad met de rest van China zijn goed geregeld. Welke twee begrippen passen heel goed bij Shanghai?
Slide 12 - Open question
Noem minimaal 1 organisatie wat ontwikkelingshulp geeft.