1.1 Weer of Klimaat?

H1: Weer en Klimaat
§1: Weer of Klimaat?




De Geo 4 VMBO-KGT



1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1: Weer en Klimaat
§1: Weer of Klimaat?




De Geo 4 VMBO-KGT



Slide 1 - Slide

Benodigdheden:
- gekleurde blaadjes voor lagen
- klei voor sedimentgesteente
H1: Het weer en klimaat
§1: Weer of Klimaat?

Wat gaan we doen?
  • Uitleg: Wat is de samenhang tussen het weer en het klimaat?


Leerdoelen
  • Je kent vijf belangrijke weerelementen en herkent deze in een weerbericht of op een weerkaart.
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat en kunt vijf verschillende klimaatfactoren noemen en beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

H1: Het weer en het klimaat
§1: Weer of Klimaat?

Wat is de samenhang tussen het weer en het klimaat?
- Het weer speelt zich af in de atmosfeer (dampkring). Het is
de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment, in 
een bepaald gebied. 
- In een weerbericht of op een weerkaart kun je herkennen 
welke weerelementen belangrijk zijn: temperatuur, neerslag,
luchtdruk, wind en bewolking
- Zonlicht wordt in een weerbericht vaak aangeduid door 
zonkracht of uv-straling. De zonkracht is een maat voor de 
hoeveelheid uv-straling in het zonlicht dat de aarde 
bereikt. Als het bewolkt is, is de zonkracht kleiner. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H1: Het weer en het klimaat
§1: Weer of Klimaat?

Klimaat
- Het weer kan van dag tot dag en van plaats tot plaats verschillen.
Dit is anders dan bij het klimaat. Het klimaat is het gemiddelde 
weer over een langere periode (30 jaar) in een bepaald gebied. 
- Alle weerelementen spelen een rol bij het ontstaan van de 
klimaten op aarde. 
- Vooral de temperatuur en neerslag bepalen of mensen, dieren 
en planten in een gebied kunnen leven. 
--> In een klimaatgrafiek zie je de gemiddelde temperatuur en 
neerslag over een langere periode in een bepaald gebied. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

H1: Het weer en het klimaat
§1: Weer of klimaat?  

De vijf Klimaatfactoren.                                                               Schrijf deze aantekeningen in je schrift
1. Breedteligging: De afstand tot de evenaar. Hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
2. Hoogteligging: Boven zeeniveau; hoe hoger, hoe kouder. -6 graden per 1000 meter stijgen.
3. Gesteldheid van het aardoppervlak: Het soort oppervlak dat wordt verwarmt. Land warmt sneller op dan water en koelt sneller af. 
4. Afstand tot de zee: Of de zee brengt koude vochtige lucht met zich mee (bijvoorbeeld in de zomer) of warmere lucht (in de winter).
5. Wind/Oceaanstromen: De aanvoer van warme, koude of vochtigheid van elders, door wind- en oceaanstromingen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

H1: Het weer en het klimaat
§1: Weer of Klimaat?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag...
Opdracht 3, 4, 5, 7ab

Je mag samenwerken

In je werkboek

Tot 3 minuten voor het einde van deze les.

Werk zelfstandig aan paragraaf 1.6
Wat?

Wie?

Hoe?

Tijd:

Klaar?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

H1: Het weer en het klimaat
§1: Weer of klimaat?

Leerdoelen
  • Je kent vijf belangrijke weerelementen en herkent deze in een weerbericht of op een weerkaart.
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat en kunt vijf verschillende klimaatfactoren noemen en beschrijven.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions