Maandag 11 oktober

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Taal

Doel: Je weet aan het eind van de les de betekenis van alle woorden

Herhaling vorige week

Perplex

1. meteen
2. ongerust
3. stomverbaasd

Een balletje opgooien

1. Een idee inbrengen
2. Goed meedoen
3. Bal hoog houden

zelden

1. Altijd
2. Bijna nooit
3. Redelijk vaak

Zich uitsloven

1. Een beetje je best doen
2. Opruimen
3. Overdreven je best doen

Rekenen

Doel: Ik kan onder elkaar optellen met grote getallen

364 + 239

• Met ........  +    ...........  op je werkblad
• Zonder tussenstapje maak je op je wisbordje 

Wel met de tussenstappen; honderdtal, tiental, eenheid

Herhaling som 1

Afronden honderdtallen

Regel tot 149 naar beneden -> 100

Boven de 150 naar boven -> 200

kanjervragenlijsten

Over jezelf

Ik ben te vertrouwen

niet waar           soms waar            vaak waar            altijd waar

Over je klasgenoten

Hoe je met de ander omgaat

Hoe je met de ander samenwerkt

Vriendschap

 Een hartsvriend(in) dan geef je hem/haar een 10.

Een goede vriend(in) dan geef je hem/haar een 9 of een 8.

Geen speciale vriend(in) dan geef je hem/haar een 7 of een 6.

Geen vriend(in) geef hem/haar dan een 5 of een 4.

Heb je een hekel  Geef hem/haar dan een 3 of nog lager

Samenwerken

Een 10, 9 of 8 als je graag met hem/haar wilt samenwerken.

Een 7 of een 6 als het je niet uitmaakt.

Een 5, of nog lager als je niet met hem/haar wilt samenwerken.