This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
ADJECTIVES + ADVERBS
Slide 1 - Slide
lesdoel
Je snapt het verschil tussen een bijwoord (adverb) en een bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Je kunt adverbs op een goede manier gebruiken in een zin
Slide 2 - Slide
Adjective = bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoordgebruik je om iets of iemand
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.
That is an amazinggirl.
We all love that funnymovie.
I think he is a terribleteacher.
Slide 3 - Slide
Adverb = bijwoord
Een bijwoordgebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoordomschrijft vaak een werkwoord, maar ook een anderbijwoord, eenbijvoeglijk naamwoordof dehele zin.