Adjectives + Adverbs

ADJECTIVES + ADVERBS
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

ADJECTIVES + ADVERBS

Slide 1 - Slide

Adjective = bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over IETS of IEMAND. 
Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 2 - Slide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.

Mary sings beautifully.
I am eating an amazingly delicious steak right now.
Hopefully, she will call me back later.


Slide 3 - Slide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily

Slide 4 - Slide

Uitzonderingen:


good - well
fast - fast

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

DUS...

Ron is a careful driver.

Ron drives carefully.

Slide 7 - Slide

EN...

Ron is a good driver

Ron drives well

Slide 8 - Slide

EN...

She is a bad singer

She sings badly

Slide 9 - Slide

My aunt always cries very ___!
A
loud
B
loudly

Slide 10 - Quiz

Do you know that ___ song?
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 11 - Quiz

My mum will buy me some .... birthday presents!
A
beautiful
B
beautifully

Slide 12 - Quiz

Wow, Justin sings ___!
I absolutely love him.
A
fantastic
B
fantastically

Slide 13 - Quiz

I .... worked on my test.
A
confident
B
confidently

Slide 14 - Quiz

Beyoncé dances ___, doesn't she?
A
fabulous
B
fabulously

Slide 15 - Quiz

Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well

Slide 16 - Quiz

Hermione ___ answered the question.
A
happy
B
happily

Slide 17 - Quiz

Maak de opdracht op de volgende dia
Vul je eigen naam in!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link