Somatische crisissituatie

Crisissituatie door somatische problemen 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Crisissituatie door somatische problemen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze week 
Somatische crisissituatie 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf vijf somatische problemen die een acute situatie kunnen bewerkstelligen

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Somatische problemen 

vallen door een plotseling dalende bloeddruk;
dehydratie (uitdroging);
versuftheid door medicijngebruik;
delier (acute verwardheid);
intoxicatie (vergiftiging);
orgaanfalen (een orgaan vervult zijn normale functie niet meer);
sepsis (bloedvergiftiging).
 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreken we van een vitaal bedreigde zorgvrager?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Als je bij een zorgvrager komt en je vermoedt een somatische crisissituatie, wat
controleer je dan als eerste.
A
de tensie
B
het bewustzijn
C
pijnbeleving
D
de temperatuur

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De stabiele zijligging pas je toe als de zorgvrager buiten bewustzijn is, maar nog
wel een goede bloeddruk heeft.

A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De ABCDE-methode wordt door zorgverleners toegepast om de toestand van een
zorgvrager in te schatten en daarmee de urgentie van de hulpverlening te bepalen.
Wat is de betekenis van deze methode?

Slide 9 - Open question

De ABCDE-methode wordt door zorgverleners toegepast om de toestand van een zorgvrager in te schatten en daarmee de urgentie van de hulpverlening te bepalen.
De betekenis van de ABCDE methode:
A = Airway: is er ademhaling, is de luchtweg vrij?
B = Breathing: hoe klinkt de ademhaling, zijn er bijgeluiden?
C = Circulation: is er circulatie, wat is de kleur van de huid, bleek, grauw, blauw of roze?
D = Disabillity: is de zorgvrager verward, heeft hij/zij uitvalsverschijnselen?
E = Environment: omgevingsfactoren, is er paniek, dreiging van geweld, is de zorgvrager suïcidaal?

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Risicofactoren voor valincidenten zijn op te delen in intrinsieke en extrinsieke factoren.
Wat is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke factoren. Geef van beide een voorbeeld.

Slide 11 - Open question

Risicofactoren zijn onder te verdelen in persoonsgebonden (intrinsieke) en omgevingsgerelateerde (extrinsieke) factoren. Persoonsgebonden risicofactoren zijn risicofactoren die vanuit de zorgvrager komen. Voorbeelden zijn afname van spierkracht, stoornissen in de visus, het gehoor of cognitieve stoornissen

Omgevingsgerelateerde risicofactoren zijn factoren die vanuit de omgeving komen, bijvoorbeeld een losliggend badmatje of een natte gladde vloer.
. Een zorgvrager kan ten gevolge van dehydratie in een acute situatie
terechtkomen. Er zijn drie vormen van dehydratie. Wat betekent hypotone
dehydratie?
A
zoutverlies is groter dan het water verlies
B
waterverlies is groter dan het zoutverlies
C
evenredig verlies aan water en zout

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Een delier is een syndroom, een groep verschijnselen die vaak samen
voorkomen, en is te omschrijven als chronische verwardheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De oorzaak van een delier is altijd een onderliggende lichamelijke aandoening
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Bij acuut hartfalen ontstaan de klachten binnen 48 uur, bij chronisch hartfalen
ontstaan de klachten geleidelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Noem vijf symptomen
van acuut nierfalen

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Septische shock is een aandoening die wordt veroorzaakt door een infectie in
de bloedbaan (sepsis) waarbij de bloeddruk gevaarlijk stijgt en veel organen slecht
functioneren als gevolg van onvoldoende bloedtoevoer.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Als je een kamer binnenloopt, zie je meneer Pot op de grond liggen met zijn ogen
dicht.Je ziet dat meneer Pot hevig bloedt uit zijn bovenbeen. Welke stappen neem je

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Noem een crisissituaties die voor kunnen komen als gevolg van somatische problemen.

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Beschrijf bij één van de genoteerde crisissituaties de taken die je als Verzorgende-IG moet doen bij een desbetreffende crisissituatie.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Calamiteit
Incident
Complicatie
Een onverwachte gebeurtenis door verkeerd handelen van zorgpersoneel die leidt tot ernstige schade of overlijden.
Een geplande actie, om een doel te bereiken, wordt niet of verkeerd uitgevoerd.
er is een onbedoelde en ongewenste uitkomst opgetreden, er is wel juist gehandeld.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag... 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions