What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Chapitre 5 - grammaire D - le Passé Composé
Aujourd'hui
Chapitre 5
Grammaire D:
le passé composé
Le but:
- je kunt de passé composé gebruiken
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aujourd'hui
Chapitre 5
Grammaire D:
le passé composé
Le but:
- je kunt de passé composé gebruiken
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Je kunt al ...
... de werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd.
avoir
être
werkwoorden op -er
Slide 3 - Slide
Ik ben
A
Je suis
B
J'ai
Slide 4 - Quiz
Nous (parler) français.
A
parles
B
parlons
C
parlez
D
parle
Slide 5 - Quiz
Vous (avoir) une baguette?
A
as
B
avez
C
avons
D
ont
Slide 6 - Quiz
Ils (être) sympas.
A
est
B
as
C
sommes
D
sont
Slide 7 - Quiz
Elle (aimer) les crêpes.
A
aime
B
aimes
C
aimez
D
aiment
Slide 8 - Quiz
Noteer de goede vervoeging:
Elles (bavarder) beaucoup.
Slide 9 - Open question
Tu (être) mon cousin.
Slide 10 - Open question
Le passé composé
Le passé composé = verleden tijd
Om te vertellen wat je gedaan hebt
J'
ai
parlé
français.
Nous
avons
mangé
au restaurant.
Ils
ont
dansé
.
Slide 11 - Slide
Le passé composé
De
passé composé
bestaat uit 2 delen:
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Nous
avons
( HWW)
mangé
(VD) au restaurant.
Slide 12 - Slide
Le passé composé
De
passé composé
bestaat uit 2 delen:
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is meestal
avoir
.
Ken je het rijtje nog?
Slide 13 - Slide
Le passé composé
De
passé composé
bestaat uit 2 delen:
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is meestal
avoir
.
AVOIR
j'ai
tu as
il / elle / on a
nous avons
vous avez
ils / elles ont
Slide 14 - Slide
Le passé composé
Voltooid deelwoord:
-er
van het werkwoord afhalen
regard
er
-
-er =
regard
é
erachter plakken
regard +
é =
regard
é
Slide 15 - Slide
Le passé composé
Voltooid deelwoord:
-er
van het werkwoord afhalen
regard
er
-
-er =
regard
é
erachter plakken
regard +
é =
regard
é
j'ai regardé
tu as regardé
il / elle a regardé
on a regardé
nous avons regardé
vous avez regardé
ils / elles ont regardé
ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij / zij heeft gekeken
wij hebben gekeken
wij hebben gekeken
u heeft gekeken /
jullie hebben gekeken
zij hebben gekeken
Slide 16 - Slide
wij hebben gegeven
(donner)
A
tu as donné
B
il a donné
C
nous avons donné
D
vous avez donné
Slide 17 - Quiz
jij hebt gegeten
(manger)
Slide 18 - Open question
hij heeft gewerkt
(travailler)
Slide 19 - Open question
jullie hebben gespeeld
(jouer)
Slide 20 - Open question
Au travail!
Prenez le livre p. 22-23-24-25
Théorie -> p. 22 +23
Faites ex. 16 a+b+d (p. 22)
17 c+d+e+f (p. 23 + 24)
timer
15:00
Slide 21 - Slide
More lessons like this
M1A - Chapitre 5 - D
June 2022
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Le passé composé
February 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1 - Chapitre 5 - D
May 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Klas 1 - Chapitre 5 - D (start)
April 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Klas 1 - Chapitre 5 - D (start)
April 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Le passé composé
June 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Klas 2 - Chapitre 1 - D
October 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 - Chapitre 1 - D
September 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2