Les 3 - Capitulo 2 Brugklas

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es martes, 25 de marzo
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es martes, 25 de marzo

Slide 1 - Slide

La regla
Respect:
Mag niet meer naar de wc gaan tijdens de les.
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Huiswerk: voorzetsels
  • De persoonlijke voornaamwoorden herhalen
  • Het werkwoord SER herhalen 
  • Het werkwoord ESTAR leren
  • Het werkwoord ser en estar oefenen
  • Blooket

Slide 3 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

  • Ik weet de voorzetsels in het Spaans
  • Ik weet hoe ik een werkwoord moet vervoegen bij meerdere mensen/ dingen in een zin
  • Ik kan het werkwoord ESTAR in het Spaans vervoegen

Slide 4 - Slide

Korte pauze
Dónde está el/la __________?

El/La ______ está ________ de el/la _______.

Slide 5 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio maak opdr. 10 van blz. 37 en 38
Hoe? individuee;l
Hulp: Tu libro de texto en la pag. 16, bron J en blz. 21 bron D
Tijd: 12 minutos
Uitkomst: Ik kan het werkwoord ESTAR vervoegen
Klaar? Leer de frases clave blz. 24 bron J

Slide 6 - Slide

Korte pauze
Vocabulario
1. ¡Hasta mañana!
2. la parada
3. el centro
4. escribir
5. bonito/a
6. hay
7. me gusta
8. aquí
9. el cine
10. mañana



11. la foto
12. la estación
13. internet
14. enfrente de
15. la casa
16. la calle
17. el hospital
18. el restaurante
19. enamorado/a
20. el fin de semana



Slide 7 - Slide

Korte pauze
Werkwoorden vervoegen
yo= yo
tú = tú
él = naam van man / zelfst.nw enkelvoud
ella = naam van vrouw / zelfst.nw enkelvoud
nosotros = naam/namen y yo
vosotros = naam/namen y tú
ellos = twee namen van mannen / zelfst.nw meervoud
ellas = twee namen van vrouwen / zelfst.nw meervoud

Slide 8 - Slide

Korte pauze
Werkwoorden vervoegen
yo                        1. Yo (ser) ________ holandés.
tú                        2. Tú (ser) ________ doctor.
él                         3. Diego (ser) ______ explorador.
ella                      4. Dora (ser)______ exploradora.
usted                  5. Mi abuelo (ser) _______ español.
nosotros             6. Marcos y yo (ser) _______ familia.
vosotros              7. Luisa y tú (ser) ________ primos.
ellos                     8. Diego y Dora (ser) ________ amigos
ellas                     9. Luisa y Dora (ser) _______ mujeres.

Slide 9 - Slide

Korte pauze

Slide 10 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio maak opdr. 12B, 13C en 14
            van blz. 39 t/m 40
Hoe? in duo's
Hulp: Tu libro de texto en la pag. 16, bron J en blz. 21 bron D
Tijd: 12 minutos
Uitkomst: Ik kan het werkwoord ESTAR vervoegen
Klaar? Leer de frases clave blz. 24 bron J

Slide 11 - Slide

Korte pauze
Oefenen

play.blooket.com

Slide 12 - Slide

Korte pauze
Los deberes

Overhoring:
Libro de texto: Leer het werkwoord ESTAR uit je hoofd. Blz. 21 - bron D

Maken:
Libro de ejercicio: Maak opdr. 12 en 14 van blz. 39 en 40


Slide 13 - Slide

¿Cuáles eran las metas de hoy?


  • Ik weet minimaal 8 woorden van de vocabulario
  • Ik weet hoe ik een werkwoord moet vervoegen bij meerdere mensen/ dingen in een zin
  • Ik kan het werkwoord ESTAR in het Spaans vervoegen

Slide 14 - Slide

Korte pauze
Una pausa
timer
3:00

Slide 15 - Slide