Herhaling 3.2 en 3.3 GL

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Vandaag

• Jas uit / spullen op tafel / telefoon in de telefoontas
• Lesuur 1: Herhalen 3.2 en 3.3
• Kleine pauze
• Lesuur 2: oefentoets alle stof

LEG KLAAR OP TAFEL - BOEK, IPAD (LOG IN), PEN EN REKENMACHINE

Redenen om te sparen noem je spaarmotieven. Wat is geen spaarmotief?

1. Sparen uit de voorzorg
2. Sparen voor de rente
3. Sparen voor het verleden
4. Sparen voor een doel

Sparen uit voorzorg

Sparen voor de rente

Sparen voor een doel

Gewone spaarrekening

Spaardeposito

Vaste rente

Niet tussentijds aankomen

Rente kan veranderen

Geld storten en opnemen wanneer je wilt

Ik heb € 4.500 op mijn spaarrekening staan. De rente is 1,6%. Hoeveel rente heb ik na 3 jaar?

1. € 206
2. € 216
3. € 226
4. € 236

Ik heb € 3.000 op mijn spaarrekening staan en ontvang 0,7% rente. Hoeveel rente heb ik na 8 maanden gekregen?

1. € 14
2. € 15
3. € 16
4. € 17

1: Redenen om te lenen noem je leenredenen.
2: Kredietkosten is een ander woord voor kosten van een lening.
Welke stelling(en) zijn juist?

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. Beide zijn juist
4. Beide zijn onjuist

Je leent een bedrag van € 20.000 en betaalt dit terug in 12 maandtermijnen van € 1.800. Hoeveel moet je in totaal terugbetalen?

1. € 19.600
2. € 20.600
3. € 21.600
4. € 22.600

Persoonlijke lening

Doorlopend krediet

Salariskrediet

Je betaalt deze lening terug in een vast aantal maandtermijnen en een vast maandbedrag.

Je mag lenen tot een bepaald bedrag. Daarna moet je terugbetalen en mag je terugbetaald geld weer opnieuw opnemen. 

Je mag op de betaalrekening  rood staan.

Maken

Herhalingsopdrachten 3.2 en 3.3!