Par 5 - Weefselvloeistof en lymfe (K)

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Dan kan je kletsen tot de les begint
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Dan kan je kletsen tot de les begint

Slide 1 - Slide

Basis: 11.1 t/m 11.6
Kader: 12.1 t/m 12.6
Transport en afweer

Slide 2 - Slide

Transport en afweer
KB
12.1 - Bloed (blz 96)
12.2 - De bloedsomloop en de bloedvaten 
(blz 105)
12.3 - Het hart (blz 116)
12.4 - Hart- en vaatziekten (blz 124)
12.5 - Weefselvloeistof en lymfe (blz 129)
12.6 - Afweer (blz 134)
BB
11.1 - Bloed (blz 98)
11.2 - De bloedsomloop (blz 110)
11.3 - De bloedvaten (blz 117)
11.4 - Het hart (blz 134)
11.5 - Hart- en vaatziekten (blz 148)
11.6 - Afweer (blz 156)

Slide 3 - Slide

Transport
BB4 / KB4

Slide 4 - Slide

Paragraaf 11.5/12.4
Hart- en vaatziekten


Herhaling

Slide 5 - Slide

Doelen van de vorige les
Je kunt oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten benoemen
Je kan uitleggen hoe de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen

Slide 6 - Slide

Herhalingsvragen
Bloedsomloop + het Hart

Slide 7 - Slide

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 8 - Quiz

Hart-longen-hart is de.............?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 9 - Quiz


Wat is de holle ader?
A
2
B
1
C
4
D
7

Slide 10 - Quiz

Wat de Aorta?
A
Een ader die terug naar het hart gaat
B
De hoofdslagader vanuit de linkerkamer
C
Komt binnen in de linkerboezem
D
Stroomt uit de rechterkamer

Slide 11 - Quiz

Welk nummer is de Linkerboezem?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quiz

Waar start de grote bloedsomloop?
A
Linkerboezem
B
Rechterboezem
C
neus
D
je ader

Slide 13 - Quiz

De Linkerkamer pompt zuurstofrijk bloed in de ......
A
Aorta
B
Longslagader
C
Longaders
D
Holle ader

Slide 14 - Quiz

Door de kransslagaders stroomt...
A
Zuurstofrijk bloed
B
Zuurstofarm bloed

Slide 15 - Quiz

Wat doen de kransslagaders?
A
Brengen zuurstofrijk bloed naar de longen
B
Brengen zuurstofrijk bloed naar de aders
C
Brengen zuurstofrijk bloed naar de hartkamers
D
Brengen zuurstofrijk bloed naar de hartspier

Slide 16 - Quiz

Cholesterol kan de bloedvaten vernauwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Juist of Onjuist
Hoe HOGER het cholesterolgehalte van het bloed,
hoe GROTER de kans op een hartinfarct.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Juist of Onjuist
Als iemand vaak stress heeft, kan dat leiden tot hartritmestoornissen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

En nu...
Basis: Opdrachten bijwerken (tot en met 11.5); daarna oefentoets/eindexamensite

Kader: Uitleg 12.5

Slide 20 - Slide

Paragraaf 12.5 
Weefselvloeistof en lymfe




Blz 129 (K)

Slide 21 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen

Slide 22 - Slide

Weefselvloeistof
  • Bloedplasma: water met opgeloste stoffen
  • Bloedplasma uit haarvaten geperst naar cellen weefsel --> weefselvloeistof
  • Gedeelte weefselvloeistof terug haarvaten in --> bloedplasma
  • Gedeelte weefselvloeistof in lymfevat --> lymfevloeistof

Slide 23 - Slide

Vorming weefselvloeistof
Slagaders: hoge bloeddruk

Haarvaten: bloeddruk neemt af.
Vorming weefselvloeistof

Aders, lage bloeddruk
Deel weefselvloeistof wordt weer opgenomen.

Slide 24 - Slide

Weefselvloeistof

Slide 25 - Slide

weefselvloeistof
De cellen rondom de haarvaten nemen zuurstof en voedingsstoffen op uit het weefselvloeistof.

De cellen produceren dan C02 en afvalstoffen.

Dit wordt weer afgegeven aan de weefselvloeistof en een deel aan de haarvaten.


Slide 26 - Slide

Lymfevaten
- Kleppen: houden lymfevloeistof tegen
- Vloeistof weg van cellen in organen
- Lymfevaten nemen weefselvloeistof op

Slide 27 - Slide

Lymfevloeistof
Water
Koolstofdioxide (CO2)
Voedingsstoffen (niet door cellen opgenomen)
Zuurstof
Hormonen
Antistoffen
Afvalstoffen

Slide 28 - Slide

Lymfeknopen
In de lymfeknopen wordt de ziektekiemen verwijderd, witte bloedcellen gemaakt

Rechterlymfestam/Borstbuis -> verzamelplaats lymfe -> afgifte holle ader

Slide 29 - Slide

Lymfeknopen
Op bepaalde plaatsen in het lichaam liggen lymfeknopen (lymfeklieren):
  • Hals
  • Oksels
  • Liezen
  • e.a.

De lymfeknopen zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
Hier worden witte bloedcellen gemaakt

Slide 30 - Slide

Vragen?

Slide 31 - Slide

Aan het werk






Maken:
Basis:  Verder met paragraaf 5, daarna herhalen par. 1 t/m 4
Kader: paragraaf 5, opdracht 1 t/m 6

Slide 32 - Slide

Leren voor tentamen
Stap 1: Lees de tekst
Stap 2: Maak een mindmap/samenvatting
Stap 3: Maak opdrachten
-> Digitale boek / Oude examenvragen / Oefentoets
Stap 4: Noteer welke vragen of onderwerpen lastig zijn
Stap 5: Werk je mindmap/samenvatting bij
Stap 6: Herhaal vanaf stap 3

Slide 33 - Slide