De vorsten in andere landen

De vorsten in andere landen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

De vorsten in andere landen

Slide 1 - Slide

Inhoud
Huiswerk
Opdracht 11 t/m 15
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Huiswerk
11 a: De provincie Holland was ten eerste veel rijker en machtiger dan de andere zes provincies. Hierdoor waren de provincies afhankelijk van de provincie Holland. Daarnaast had iedere provincie een stadhouder: een prins van Oranje of een prins van Nassau. Later kozen alle zeven provincies samen een stadhouder, hierdoor nam d eenheid toe.

11 b: Bijvoorbeeld: zijn statige houding

12 a: Bijvoorbeeld: De Nederlandse Republiek had zich ontwikkeld tot een koninkrijk, waarin de familie van Oranje voor het zeggen had. 12 b: Bijvoorbeeld: Nu hoefden ze niet te vrezen voor het verdwijnen van de Republiek en konden ze ervoor kiezen geen nieuwe stadhouder aan te stellen.
12 c: ‘De tijd van de ware vrijheid’: Staatsgezinde regenten vonden dat er geen stadhouder nodig was. Met de naam ‘De tijd van de ware vrijheid’ wordt benadrukt dat het niet benoemen van een stadhouder voor vrijheid zorgt. Er wordt hiermee een staatsgezind standpunt ingenomen.
‘Stadhouderloze tijdperk’: Prinsgezinde regenten wilden dat er weer een stadhouder werd benoemd. Met de naam ‘Stadhouderloos tijdperk’ wordt de afwezigheid van de stadhouder benadrukt. Er wordt hiermee een prinsgezind standpunt ingenomen. 







Slide 3 - Slide

Huiswerk
13: Stadhouder Willem III: A, B en F 

14 a: De partijstrijd tussen de staatsgezinden en prinsgezinden werd veroorzaakt door de positie van de stadhouder. Staatsgezinden vonden dat een stadhouder niet nodig was, terwijl de prinsgezinden juist de positie van stadhouder wilden behouden.
14 b: De aanleiding voor de moord op Johan de Witt is de aanval van Engeland, Frankrijk en twee Duitse vorsten op de Nederlandse Republiek. Prinsgezinden gaven Johan de Witt hiervan de schuld.
14 c: De prinsgezinden wilden al langer dat een prins van Oranje weer werd benoemd als stadhouder.  

15 a: Bijvoorbeeld: Op deze manier kon de schilder laten zien hoe de moord verliep.
15 b: Links: C Midden: A Rechts: B De juiste volgorde is CAB
15 c: Bijvoorbeeld: De gebroeders De Witt worden naar het Binnenhof in Den Haag gebracht. Daar worden ze tegen hun wil uitgekleed en vervolgens vermoord met speren. Hun dode lichamen worden ondersteboven aan een paal gehangen en later worden stukken van hun lichamen afgesneden. 








Slide 4 - Slide

Herhaling
  1. Om welke twee redenen waren de provincies in de Nederlanden toch een eenheid? Leg beiden uit.
  2. Hoe heten de twee machtigste functies in de Nederlanden, omschrijf hun taak.
  3. Hoe komt er een 'Stadhouderloos-tijdperk'?
  4. Waardoor wordt er weer een stadhouder aangesteld? Leg uit.

Slide 5 - Slide

Europa
De Nederlandse politiek was een uitzondering. In andere landen deden vorsten hetzelfde als Filips II van Spanje - oude stadsrechten en voorrechten van de adel afschaffen. In vele landen lukte dit ook. 

Slide 6 - Slide

Frankrijk
In Frankrijk kwamen edelen in 1648 in opstand tegen de koning. Hun verzet werd keihard neergeslagen. In 1653 gaven de laatste edelen zich over. 
Dit was een keerpunt: vanaf nu kon de macht van de koning groeien tot absolute macht. De koning had nu alle macht in handen - absolutisme.

Slide 7 - Slide

Goddelijk recht
Lodewijk vond dat hij zijn macht had gekregen van God: hij had het goddelijke recht om te regeren. Niemand mocht zich daarom met het bestuur bemoeien. Lodewijk bedacht en veranderde helemaal alleen wetten.
Lodewijk XIV zijn wil was wet. Niemand durfde tegen hem in te gaan. Iedere dag vergaderde hij met zijn ministers. De koning hoefde naar niemand te luisteren. De koning vertelde de ministers wat ze moesten doen. 'Minister' betekend 'dienaar' - een dienaar van de koning. 

Slide 8 - Slide

Versailles
In Versailles liet Lodewijk een enorm paleis bouwen. Er lagen grote tuinen omheen met veel beelden en fonteinen. Dit allemaal om indruk te maken op de Fransen en op koningen van andere landen. 
Honderden edelen woonden in het paleis. Zo konden ze goed in de gaten worden gehouden. 

Slide 9 - Slide

Standen
De grote paleizen en oorlogen kostten veel geld. Lodewijk voerde vaak oorlog om zijn land machtiger en groter te maken. 
De boeren van Frankrijk moesten dit betalen. Edelen betaalden niet mee, zij hadden voorrechten en betaalde geen belasting. 

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 16 t/m 20

Slide 11 - Slide