This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Taal
Dierentuin
Woordenschat
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is een ander woord voor directeur ?
A
bedrijf
B
baas
C
oprichting
D
vriend
Slide 3 - Quiz
Wat is het tegengestelde van favoriet ?
A
mooi
B
prachtig
C
geweldig
D
stom
Slide 4 - Quiz
Wat gebruikt een dier niet ?
A
geluiden
B
woorden
C
geuren
D
lichaamstaal
Slide 5 - Quiz
Welk woord hoort bij dit plaatje?
Slide 6 - Open question
Welk woord hoort hier niet bij?
A
ei
B
jong
C
welp
D
kind
Slide 7 - Quiz
Welk woord hoort bij deze betekenis?
Iemand die altijd veel geluk heeft.
Slide 8 - Open question
Welk woord hoort bij deze betekenis? Je betaalt voor een heleboel keer tegelijk. Hiermee kan je bijvoorbeeld een jaar lang naar de dierentuin of krijg je elke week een tijdschrift.
Slide 9 - Open question
Welk woord hoort bij deze betekenis?
De baas van een school of van een bedrijf.
Slide 10 - Open question
Je kunt een abonnement nemen op een...
A
school
B
pretpark
Slide 11 - Quiz
Waar kun je directeur van zijn?
A
een bedrijf
B
een familie
Slide 12 - Quiz
Een geluksvogel is iemand die...
A
veel van vogels houdt
B
vaak geluk heeft
Slide 13 - Quiz
Wat betekent 'de oprichting'?
A
dat iets begint te bestaan
B
dat iets een bepaald aantal jaren bestaat
C
dat er jongen worden geboren
Slide 14 - Quiz
Dit was het einde van de les. Hoe goed ken jij de woorden van dit thema?