This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Taal
Dierentuin
Woordenschat
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is een ander woord voor directeur ?
A
bedrijf
B
baas
C
oprichting
D
vriend
Slide 3 - Quiz
Een diersoort kan uitsterven als ........
A
er nog duizenden leven
B
ze niet meer op aarde voorkomen
C
ze volop in het wild voorkomen
D
er nog maar weinig dieren van die soort zijn
Slide 4 - Quiz
Wat is het tegengestelde van favoriet ?
A
mooi
B
prachtig
C
geweldig
D
stom
Slide 5 - Quiz
Wat is geen zoogdier ?
A
paard
B
krokodil
C
hond
D
leeuw
Slide 6 - Quiz
Wat gebruikt een dier niet ?
A
geluiden
B
woorden
C
geuren
D
lichaamstaal
Slide 7 - Quiz
Welk woord hoort bij dit plaatje?
Slide 8 - Open question
Welk woord hoort hier niet bij?
A
ei
B
jong
C
welp
D
kind
Slide 9 - Quiz
Welk woord hoort bij deze betekenis?
Iemand die altijd veel geluk heeft.
Slide 10 - Open question
Welk woord hoort bij deze betekenis? Je betaalt voor een heleboel keer tegelijk. Hiermee kan je bijvoorbeeld een jaar lang naar de dierentuin of krijg je elke week een tijdschrift.
Slide 11 - Open question
Welk woord hoort bij deze betekenis?
De baas van een school of van een bedrijf.
Slide 12 - Open question
Je kunt een abonnement nemen op een...
A
school
B
pretpark
Slide 13 - Quiz
Waar kun je directeur van zijn?
A
een bedrijf
B
een familie
Slide 14 - Quiz
Een geluksvogel is iemand die...
A
veel van vogels houdt
B
vaak geluk heeft
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Welk woord hoort bij dit plaatje?
Slide 17 - Open question
Wat betekent 'de oprichting'?
A
dat iets begint te bestaan
B
dat iets een bepaald aantal jaren bestaat
C
dat er jongen worden geboren
Slide 18 - Quiz
Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'baren'?
A
bevallen
B
beven
Slide 19 - Quiz
Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'uitsterven'?
A
geboren worden
B
verdwijnen
Slide 20 - Quiz
Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'dierentransport'?
A
dieren
B
dierenvervoer
Slide 21 - Quiz
Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'territorium'?
A
leefgebied
B
aquarium
Slide 22 - Quiz
Welk woord hoort bij deze betekenis?
Een dier dat kruipt en eieren legt.
Slide 23 - Open question
Welk woord hoort bij deze betekenis?
Als het erg warm en vochtig is.
Slide 24 - Open question
Welk woord hoort bij deze betekenis?
Diersoorten die bijna niet meer voorkomen.
Slide 25 - Open question
Dit was het einde van de les. Hoe goed ken jij de woorden van dit thema?