Hoofdstuk 1: Paragraaf 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1: Reformatie en Opstand. 

Oriëntatie en paragraaf 2: Onvrede in de Nederlanden

Wat gaan wij vandaag doen?

• Aanwezigheid
• Oriëntatie
• Lesdoelen
• Instructie
• Verwerking
• Aan de slag!
• Afsluiting

Bron 1: Portret van Karel V (1548)

Studiewijzer

d

Week 38	Lesdoel	Opdracht
18-9 t/m 22-9	Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen. Je kunt drie redenen noemen waarom de bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten. Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was. (causaal schema)	Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 1. Maak: 2 t/m 12

A: Streven naar centraal bestuur

Rond 1550 regeerde keizer Karel V over een enorm rijk. Zijn rijk bestond uit onder meer:

• Duitsland
• Spanje
• delen van Italië
• de Nederlanden
• Kolonies in Amerika

Bron 2: Rijk van Karel V rond 1550. 

A: Streven naar centraal bestuur

Het was lastig voor Karel V om over zijn rijk te regeren vanwege de verschillende: regels, belastingen, bestuurders en talen.

De Nederlanden waren ook lastig om over te regeren. De Nederlanden waren opgedeeld in verschillende gewesten met elk eigen wetten, regels en munten

Bron 3: Kaart van de Nederlandse gewesten. (1350). 

A: Streven naar centraal bestuur

Hierom streef Karel V naar een centraal bestuur met:

dezelfde regels

dezelfde belastingen

Karel V huurde ambtenaren in om dit werk voor hem te doen. De Nederlandse adel was hier niet blij mee. 

Uiteindelijk trad Karel V af....

Bron 4: Om de adel in bedwang te houden werden er kastelen gebouwd zoals het Spanjaardenkasteel bij Ghent (1540).

A: Streven naar centraal bestuur

Filips II ging door met het versterken van het centraal bestuur:

In NL stelt hij een plaatsvervanger aan: de landvoogd.

In elk gewest was er een stadhouder:

Deze hielp de koning met het besturen. 

Bron 5: Portret van Fillips II. Hij wordt na het aftreden van zijn vader de Heer van de Nederlanden. 

Aantekening Bestuur Nederlanden

Aan de slag!

Lees: Paragraaf 2 van hoofdstuk 1

Maak: Opgave 2 t/m 12

Klaar?

Leren paragraaf 2 van hoofdstuk 1

Of...

Samenvatten paragraaf 2 van hoofdstuk 1

Afsluiting

Stiftenopdracht

Je krijgt met je klas 2 minuten de tijd om op het bord zo veel mogelijk op de schrijven over:

De bestuurlijke situatie in de Nederlanden?

Je mag stiften doorgeven, maar niet gooien. 

Als je klaar bent ga je zitten.

Op het einde bespreken we de opdracht. 

Afsluiting

Je krijgt van de docent een post-it.

Schrijf hier op wat je vandaag hebt geleerd

én/of

Vragen na aanleiding van de les.

Nadat je de post-it hebt ingeleverd mag je wachten tot de bel gaat.

Hoofdstuk 1: Reformatie en Opstand. 

Oriëntatie en paragraaf 2: Onvrede in de Nederlanden

Wat gaan wij vandaag doen?

• Aanwezigheid
• Lesdoelen
• Instructie
• Verwerking
• Herhalingsfilm
• Aan de slag!
• Afsluiting

Bron 1: Portret van Willem van Oranje (1554)

Studiewijzer

d

Week ...	Lesdoel	Opdracht
	A: Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen. B: Je kunt drie redenen noemen waarom de bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten. C: Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was. (causaal schema)	Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 1. Maak: 2 t/m 12

B: Verzet tegen de Spaanse koning

Er zijn drie redenen waarom de Nederlanden ontevreden waren over de Spaanse koning:

1. De Nederlandse adel wilden geen centraal bestuur.
2. Nederlanders waren tegen vaste belastingen.
3. De Spaanse koning was streng katholiek en vervolgden de protestanten in Nederland.

Bron 2: Protestanten worden voor het stadhuis in Amsterdam verbrand (1549).

B: Verzet tegen de Spaanse koning

Vele Nederlanders waren tegen de strenge vervolgingen van protestanten.

Willem van Oranje en andere edelen diende bij de landvoogd Margaretha van Parma een smeekschrift in.

Hierin vroegen ze officieel om afschaffing van de inquisitie. 

Bron 3: Aanbieding van het Smeekschrift van de edelen.

C: De Beeldenstorm

Na het smeekschrift kwam er een tijdelijke stop van de vervolgingen. 

Protestanten konden nu in de openlucht hun bijeenkomsten houden: hagenpreken

1566: Hagenpreek waarbij men kwaad werd op de beeldenverering.. het gevolg?

Bron 3: Tekening van een hagenpreek. Dit is een Protestantse bijeenkomst in de openlucht.

C: De Beeldenstorm

Na afloop trokken boze gelovigen naar een klooster.

Hier vernielden ze alle beelden en kostbaarheden.

Het was het begin van de Beeldenstorm...

Hierop stuurde Fillips II de hertog van Alva naar de Nederlanden

Bron 4: Beeldenstorm in een kerk (schilderij uit 1630). 

Oorzaken en gevolgen Beeldenstorm

Je kunt in tweetallen een oorzaak-gevolg schema invullen over de Beeldenstorm.

In het midden staat Beeldenstorm en je moet de juiste gebeurtenissen invullen in de vakjes voor (oorzaken) en de vakjes ná (gevolgen) de Beeldenstorm.

Hulpmiddelen:

Causaal schema

&

Geschiedenisboek: Hoofdstuk 1, Paragraaf 2.

Oorzaken en gevolgen Beeldenstorm

Controleer samen met je klasgenoot of je de juiste oorzaken en gevolgen hebt ingevuld in het schema aan de hand van de instructie van de docent.

Succes!

http://www.barbaareducatie.nl/millo/

Aan de slag!

Lees: Paragraaf 2 van hoofdstuk 1

Maak: Opgave 2 t/m 12

Klaar?

Leren paragraaf 2 van hoofdstuk 1

Of...

Samenvatten paragraaf 2 van hoofdstuk 1

Afsluiting

Stiftenopdracht

Je krijgt met je klas 2 minuten de tijd om op het bord zo veel mogelijk op de schrijven over:

De oorzaken van de beeldenstorm

Je mag stiften doorgeven, maar niet gooien. 

Als je klaar bent ga je zitten.

Op het einde bespreken we de opdracht.