1 Je bent je defensie-datadrager, die je nodig had voor het weekend om de oefening thuis voor
te bereiden, kwijt. Je bedenkt je ineens dat je hem misschien vrijdagavond in het
verenigingsgebouw hebt laten liggen. Als je in de kantine komt, zegt de barmedewerker dat
hij iets heeft gevonden en het waarschijnlijk van jou is. Het is gelukkig je verloren stick.
2 Je bent je defensiepasje verloren. Na lang zoeken vind je hem op de grond in het leslokaal.
3 Na een drieweekse oefening ben je lekker met verlof geweest. Na terugkomst op je
onderdeel ga je de materialen die je de afgelopen oefening hebt gebruikt, controleren. Je
mist een kompas.