What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Maan zingt een lied.
Zij
houdt van zingen.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6,7
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonlijk voornaamwoord
Maan zingt een lied.
Zij
houdt van zingen.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat ga je leren?
Ik ga leren wat persoonlijke voornaamwoorden zijn.
Zoals:
ik, je, jij, jou, me, mij, u, hij, zij, het, we, wij, ons, jullie,
zij (meervoud), gij, hem, haar, hen, hun.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een persoon (in de zin).
Een persoonlijk voornaamwoord kan je
vervangen door een naam
.
Teun verzint een raadsel.
Hij vertelt het raadsel aan zijn klas.
Slide 8 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een ding (in de zin).
Een persoonlijk voornaamwoord kan je
vervangen door een naam
.
Lisa
heeft
dit boek
gekregen.
Zij
heeft
het
nog niet gelezen.
Slide 9 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een dier (in de zin).
Een persoonlijk voornaamwoord kan je
vervangen door een naam
.
De hond
heeft een bot gekregen.
Hij
eet het bot lekker op.
Slide 10 - Slide
Ik versta je niet.
Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden?
Hoe weet je dat?
Slide 11 - Slide
Ik ga het morgen repareren.
Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden?
Hoe weet je dat?
Slide 12 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar
Slide 13 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord?
A
jij
B
hond
C
huis
D
schaar
Slide 14 - Quiz
Wat is het persoonlijk voornaamwoord? ''Heeft de bakker jou wisselgeld gegeven?''
A
De bakker
B
Jou
C
Wisselgeld
D
Heeft gegeven
Slide 15 - Quiz
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin...
''Ik woon in een rijtjeshuis''.
A
Ik woon
B
Een rijtjeshuis
C
Ik
D
in
Slide 16 - Quiz
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin...
''Dit huis is niet verkocht. Niemand wil het kopen''.
A
Dit
B
niemand
C
het
D
kopen
Slide 17 - Quiz
Vragen?
In de classroom staat opdracht 3 uit het taalboek klaar om te maken.
Succes!
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Persoonlijk voornaamwoord
June 2024
- Lesson with
15 slides
Taal
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Thema 7, week 2 Les 7 - persoonlijk voornaamwoord
May 2023
- Lesson with
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7
Persoonlijk voornaamwoord EB
6 days ago
- Lesson with
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
donderdag 11 mei
May 2023
- Lesson with
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
47. Thema 6, week 2 Les 7 het Persoonlijk voornaamwoord
May 2023
- Lesson with
33 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Persoonlijk voornaamwoord EB
October 2024
- Lesson with
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Persoonlijk voornaamwoord EB
February 2024
- Lesson with
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Persoonlijk voornaamwoord EB
5 days ago
- Lesson with
35 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8