Hoofdstuk 3 oefentoets paragraaf 1 en 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Paragraaf 1 Wat moet je kennen en kunnen?

Theorie:

Je weet waarom de bevolkingsspreiding in het Midden-Oosten ongelijk is.

Je weet wat de cultuurkenmerken van het Midden-Oosten zijn.

Je kunt uitleggen waarom het Midden-Oosten wordt gezien als één cultuurgebied.

Je kunt uitleggen welke culturele verschillen er in het Midden-Oosten zijn.

Je weet wat de oorzaken van spanningen in het Midden-Oosten zijn.

Je kunt voorbeelden geven van geopolitiek.

Opdrachten:

Je kent de topografie van het Midden-Oosten (W3).

Basisboek:

 B72 Klimaatdiagram (Start)

 B78 Woestijn en steppe: te droog (alleen eerste driehoekje)

 B166 Cultuur

Begrippen:  bevolkingsdichtheid, bevolkingsspreiding, cultuur, cultuurgebied, geopolitiek  cultuurgebied

Paragraaf 2 Wat moet je kennen en kunnen?

Theorie:

Je weet welke verschillen in welvaart er zijn tussen landen in het Midden-Oosten.

Je weet waarom welvaart een grote invloed heeft op welzijn.

Je weet dat er binnen landen in het Midden-Oosten sprake is van sociale ongelijkheid.

Je kunt beschrijven hoe Dubai is uitgegroeid tot wereldstad.

Je kunt beschrijven hoe Dubai in de toekomst probeert een wereldstad te blijven.

Opdrachten:

Je weet waarom er in het Midden-Oosten miljoenen mensen van minder dan twee euro per dag leven.

Je weet waarom er sociale ongelijkheid is in het Midden-Oosten.

Basisboek:

 B224 Kenmerken van ontwikkeling    B258 Global cities (alleen het driehoekje en het rondje)

 B264 Mainports (alleen het driehoekje)

Begrippen:  

arbeidsmigrant, basisbehoefte, bruto nationaal product (bnp) per inwoner, diversificatie, duurzaamheid, infrastructuur, leefbaarheid, mainport, sociale ongelijkheid, welvaart, welzijn, wereldstad, global city, mainport, metropool, verwestersing, welvaart, welzijn

Vergeet de topografie niet

Iemand doet twee uitspraken:
I De twee grootste stromingen binnen de islam zijn de soennieten en de sjiieten.
II In Koeweit en in Irak leven meer sjiieten dan soennieten

1. I en II zijn beide goed
2. I en II zijn beide fout
3. I is goed en II is fout
4. I is fout en II is goed

Het juiste klimaat bij A is:

1. landklimaat –
2. Middellandse Zeeklimaat –
3. steppeklimaat –
4. woestijnklimaat.

Het juiste klimaat bij B is:

1. landklimaat –
2. Middellandse Zeeklimaat –
3. steppeklimaat –
4. woestijnklimaat.

Het juiste klimaat bij C is:

1. landklimaat –
2. Middellandse Zeeklimaat –
3. steppeklimaat –
4. woestijnklimaat.

Het juiste klimaat bij D is:

1. landklimaat –
2. Middellandse Zeeklimaat –
3. steppeklimaat –
4. woestijnklimaat.

Iemand doet twee uitspraken:
I De taal die in Iran wordt gesproken behoort tot de Arabische talen.
II In Israël wordt Hebreeuws gesproken.

1. I en II zijn beide goed
2. I en II zijn beide fout
3. I is goed en II is fout
4. I is fout en II is goed

Noteer of het om de absolute of relatieve ligging gaat.
a Iran is het meest oostelijk gelegen land in het Midden-Oosten.
b Riad (Riyad) ligt op 34"40' N.B. en 46"40' O.L.

1. a. relatieve ligging b. absolute ligging
2. a. absolute ligging b. relatieve ligging
3. a. relatieve ligging b. relatieve ligging
4. a. absolute ligging b. absolute ligging

Noteer de cijfers 1 tot en met 3 op je blad en zet er het juiste woord achter.
Een schip dat vroeger vanuit Iran naar Europa wilde varen, moest langs de zuidpunt van het continent …1… varen. Sinds de aanleg van …2… in het land Egypte kunnen de schepen veel sneller Europa bereiken. De …3… afstand is korter geworden.

Koppel de juiste woorden aan elkaar

Voedsel

Gezondheidszorg

huisvesting

Onderwijs

analfabeten

electricteit/ water

eiwit en mineralen

medicijnen

sleep de klimaatgrafiek naar het juiste lanschap

woestijn

middellandse zeeklimaat

Wat kun je op deze kaart aflezen?

1. Bevolkingsdichtheid
2. BNP per hoofd van de bevolking
3. Godsdienst
4. Neerslag

Welke 2 begrippen horen bij deze afbeelding uit Dubai?

1. Expat en sociale ongelijkheid
2. Expat en regionale ongelijkheid
3. Arbeidsmigrant en sociale ongelijkheid
4. Arbeidsmigrant en regionale ongelijkheid

Op de foto's is sprake van ........... ongelijkheid

1. sociale
2. culturele
3. regionale
4. lokale

1. geopolitiek
2. relatieve ligging
3. agglomeratievoordeel
4. global shift

Wat is bnp?

1. Bruto nationaal product
2. Bruto product spullen
3. Bruto namelijk primair
4. Bruto binnenlands product

Het BNP gaat over...

1. Welvaart
2. Welzijn

"Dubai is een echte "Mainport" geworden. Wat is een Mainport?

1. Grote havenstad
2. Een ander woord voor wereldstad
3. Een knooppunt in transportroutes tussen werelddelen
4. Stad met zeer hoge mate van welvaart

Wat is diversificatie?

1. Verschillende kleuren
2. Verschillen in cultuur
3. Overeenkomsten tussen verschillende economieën
4. Het veelzijdiger worden van de economie

Het uitoefenen van macht door een land door gebruik te maken van zijn ligging noem je......

1. global shift
2. politiek systeem
3. geopolitiek
4. mainport

Welvaart kun je meten met het BNP/hoofd

1. Goed
2. Fout

De alfabetiseringsgraad geeft aan hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven

1. Goed
2. Fout

In Dubai is een grote indoor skihal gebouwd als voorbeeld van duurzame ontwikkeling. Deze bewering is juist/onjuist omdat.............

Stuwdammen brengen veel voordelen. Noem een nadeel.

Welke begrippen/omschrijvingen horen bij elkaar?

welzijn

Diversificatie

Pakistan

Burj Khalifa

expats

Arbeidsmigranten

Toerisme

Steeds meer aandacht voor toerisme en handel

inkomen besteed aan luxe voorzieningen

basisbehoeften

Noem twee maatregelen die in Dubai zijn genomen om het zakenmensen makkelijk te maken daar een bedrijf te vestigen

Welk klimaat komt NIET voor in het Midden-Oosten?

1. Steppeklimaat
2. Middellandse zeeklimaat
3. Woestijnklimaat
4. Tropisch klimaat

Wat is de voornaamste reden van de ongelijke bevolkingsspreiding in het Midden-Oosten?

1. Welvaart
2. Waterschaarste
3. Handel
4. Geopolitiek

Geopolitiek gaat over ................. tussen landen

1. handel
2. machtsverhoudingen
3. migratieprocessen
4. economische relaties

Wat is geopolitiek?

1. De manier waarop een staat (land) bestuurd wordt.
2. Een soort rapportcijfer dat aangeeft hoe een land scoort op het bnp per inwoner, de levensverwachting en het analfabetisme.
3. Economisch systeem waarin de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden.
4. Het uitoefenen van macht door een land door gebruik te maken van zijn natuurlijke hulpbronnen of ligging.