10/10 ISK A1 Gezondheid
1 / 16
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Dit is
A
het oor
B
de wimper
C
de neus
D
het oog
Slide 3 - Quiz
Dit is
A
de tong
B
de kies
C
de tand
D
de mond
Slide 4 - Quiz
Dit is
A
de reuk
B
de geur
C
de neus
D
de wang
Slide 5 - Quiz
Dit is...
A
het gezin
B
de ogen
C
de mond
D
het gezicht
Slide 6 - Quiz
Dit is .....
A
het wang
B
het gezicht
C
de wang
D
de neus
Slide 7 - Quiz
Wat is dit?
Wat is dit?
A
zeep
B
deodorant
C
tandpasta
D
tandenborstel
Slide 8 - Quiz
Wat is dit?
Wat zijn dit?
A
Dit is een handdoek.
B
Dit zijn handdoeken.
C
Dit is een hand.
D
Dit zijn handen.
Slide 9 - Quiz
Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is de zeep.
B
Dit is de deodorant.
C
Dit is de tandpasta.
D
Dit is de tandenborstel.
Slide 10 - Quiz
Wat is dit?
Wat zijn dit?
A
Dit is een neus.
B
Dit zijn handdoeken.
C
Dit is een lip.
D
Dit zijn pillen.
Slide 11 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Hij heeft buikpijn.
B
Hij heeft rugpijn.
C
Hij heeft hoofdpijn.
D
Slide 12 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Hij heeft een verkoudheid.
B
Hij heeft hoofdpijn.
C
Hij heeft de griep.
D
Hij heeft koorts.
Slide 13 - Quiz
de of het?
Dit is ... hart.
Dit is ... hart.
A
de
B
het
Slide 14 - Quiz
de of het?
... zeep ruikt goed.
... zeep ruikt goed.
A
De
B
Het
Slide 15 - Quiz
de of het?
... gezicht is rood.
... gezicht is rood.
A
De
B
Het
