1. Concurrerend: gericht op een win-verlies uitkomst.
2. Samenwerkend: gericht op een win-win uitkomst.
3. Schikkend: gericht op geven en nemen.
4. Vermijdend: gericht op verlies-verlies uitkomst.
5. Meegaand: gericht op ik-verlies-jij-wint uitkomst.