B3: Bevruchting

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 1 - Quiz

Thema 6, basisstof 3
Bevruchting

Slide 2 - Slide

lesdoelen
Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 3 - Slide

Eerst even wat herhaling

Slide 4 - Slide

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 5 - Quiz

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 6 - Quiz

Is 3 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 7 - Quiz

Van welk soort bloem is het
stuifmeel in de foto?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 8 - Quiz

Van welk soort bloem is het
oranje stuifmeel in de foto? En
hoe kun je dat zien?

Slide 9 - Open question

windbestuiving
Waarom hebben de bloemen van planten die zich met windbestuiving voortplanten zulke kleine kroonbladeren?
3!! Redenen opschrijven

Slide 10 - Slide

noem 4 dieren die een rol spelen bij kruisbestuiving.

Slide 11 - Slide

Tot zover de herhaling. 

Nu gaan we naar paragraaf 3, bevruchting.

Slide 12 - Slide

B3: Bevruchting

  • Bestuiving: stuifmeel komt op de stempel terecht
  • Stuifmeel vormt een stuifmeelbuis en groeit via de stijl naar het zaadbeginsel
  • Bevruchting: kern stuifmeelkorrel versmelt met eicel

Slide 13 - Slide

Wat is bevruchting?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 14 - Quiz

Wat is bestuiving?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 15 - Quiz

B3: Bevruchting

  • Door bevruchting ontstaat de bevruchte eicel
  • De kern bevat dan chromosomen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel

Slide 16 - Slide

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Door celdelingen ontstaat een kiem
  • Zaadbeginsel wordt een zaad 
  • Elk zaad bevat een kiem. Dit kan uitgroeien tot een kiemplantje

Slide 17 - Slide

Waaruit ontstaat het vruchtvlees?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 18 - Quiz

Het zaadbeginsel is de voorloper van....... Het vruchtbeginsel de voorloper van.........
A
het zaad - de vrucht
B
de stamper - de vrucht
C
het zaad - de bloem
D
de bloem - de vrucht

Slide 19 - Quiz

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Uit elk zaadbeginsel waar de eicel is bevrucht kan een zaad ontstaan
  • Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel!

Slide 20 - Slide

Een peer heeft 6 zaadjes, hoeveel eicellen zijn er dan bevrucht?
A
3
B
6
C
12
D
Dat is niet te zeggen

Slide 21 - Quiz

Leerdoelen
Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven
Ik kan een verslag schrijven en mijn kennis toepassen
Basis: 1, 2, 4, 5
Ondersteuning: 3, 6, 7
Verdiepend: 8, 9, 10


Slide 22 - Slide