LES filosofie NORMEN EN WAARDEN

• Filosofie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

welkom in de les

     Een pen gepakt

In de tas

                READER/ WERKKAART 

           Aandacht en actief erbij

GODSDIENST FILOSOFIE 

Registratie in de les (**herinnering**)

Lesmateriaal bij je ?:( 2x niet dan naar inhaaluur) 

Huiswerk gemaakt?: (2x niet dan naar inhaaluur)  

Telefoontas ?:erin? (niet dan inleveren en ophalen 16.00 uur receptie 

Lesdoel met zelfstandig werken gehaald?: (2x niet dan naar inhaaluur)  

 laptop zonder lader = ‘boeken vergeten’ =  nototie in Magister 

WAT GAAN WE DOEN?

LESINDELING VANDAAG:

* INTRO MODULE FILOSOFIE 

* LESSONUP OPDRACHT MAKEN IN JE SCHRIFT

* KEUZE WERKKAART  EN STARTEN! 

* WAT TE DOEN NA DEZE LES (5min)

Lesopbouw na presentaties

De lessen hebben de volgende opbouw: 

* INTRO lessonup: doe actief mee! (15-20min)

* Zelf aan de slag: opdrachten in de les (30 min)

* Terugkoppeling lesdoel: ik kan vragen over de stof beantwoorden (5min) 

 *Bespreken werkkaart: keuze gemaakt, taken verdeeld (10 min) 

*Vooruitblik volgende les: wat heb ik voor de volgende les nog thuis te doen? 

WIE DOET WAT?

DOCENT: uitleg, hulp bieden, werksfeer bewaken, duidelijk zijn.

JIJZELF: actief erbij in lessonup, zelfstandig werken,  werkkaart  in 2-tal, hand opsteken als je hulp/uitleg wil, registreer wat er nog overblijft om thuis te doen.  

Wat is het doel van deze les?

Je weet straks het verschil tussen fatsoen, normen en waarden (ethiek) en hoe dat deel uitmaakt van de gd module filosofie.

JE kiest een werkkaart en je gebruikt voor de lessonup en READER altijd het schrift om in te werken. 

Leren denken als een filosoof

Filosofen doordenken de moraal  en dragen bouwstenen aan voor moreel gedrag.

MOREEL GEDRAG = GEDRAG VANUIT NORMEN EN WAARDEN

(Ongeschreven normen en Geschreven normen) 

FILOSOFEREN IS DENKEN EN HANDELEN VANUIT GEDEELDE NORMEN & WAARDEN

Fatsoen, Normen, Waarden

Fatsoen, normen ,waarden zijn verschillende begrippen.

Fatsoensregels en omgangsregels die nergens opgeschreven staan Normen zijn (geschreven) regels in een wet of reglement 

Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep/samenleving  om na te streven: gezondheid ed . 

Positieve en negatieve sanctie 

Bij overtreding van een informele of formele norm volgt er een negatieve sanctie (een afwijzing of straf). = neg. sanctie

Bij goedkeuring van het volgen van informele of formele normen volgt een compliment of beloning = pos.sanctie 

Normatieve ethiek 

Dat betekent dat je formele normen/gedragsregels  oplegt aan een ander. Dus een geschreven of ongeschreven richtlijn of gedragsregel. Wie normatief is geeft aan hoe het hoort, wat normaal gedrag is of wat gewenst c.q. ongewenst gedrag 

WAARDEN

NORMEN

ONZE SCHOOL

HERKENBAARHEID, GEZELLIGHEID, RUIMTELIJKHEID......................

Van waarde naar norm

DUURZAAMEID IN ONZE SAMENLEVING (waarde)

DUURZAAMHEID OP ONZE SCHOOL (waarde)

HERGEBRUIK AFVAL    & GEZONDE VOEDING (norm)

PLAATSEN ZONNE-PANELEN & WINDMOLENS  (norm)

OEFEN NU ZELF IN DE LESSONUP (5min) :  NORMEN,WAARDEN,FATSOEN

DOE  10 minuten de(MEERKEUZE) OEFENING IN LESSONUP 

DIA 14 t/m 24

DAARNA READER EN WERKKAART 

Waarde:

Norm

Stiptheid

Geduld

Respect

Gelijkwaardigheid

spreek je docent met u aan

Tijdig opdrachten inleveren

Wacht in de rij tot je aan de beurt bent

ik behandel  een ander zoals ikzelf behandeld wil worden

DIT IS GOED FATSOEN

DIT IS EEN GESCHREVEN NORM

DIT IS EEN WAARDE

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Waarden zijn gedragsregels.
2. Normen hebben te maken met waarden

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. Beide zijn juist
4. Beide zijn onjuist

Waarden zijn:

1. Wetten in Nederland
2. Alle zaken die mensen belangrijk vinden
3. Regels waar je je aan moet houden
4. Kwestie van goed fatsoen

Vriendschap is een voorbeeld van een …
Welk woord is weggelaten?

1. Waarde
2. wet
3. norm
4. fatsoensregel

Welke uitspraak over normen is juist?

1. Alle normen staan in de wetten van een land
2. Normen zijn alle zaken die mensen belangrijk vinden
3. Normen gaan over aangeboren eigenschappen
4. Normen zijn gedragsregels

Normen zijn regels waar alle mensen het mee eens zijn.
Deze uitspraak is:

1. Juist
2. Onjuist
3. Dat hangt af van de situatie
4. Alleen juist als ze in een wet zijn vastgelegd

Wat zijn waarden?

1. Aangeboren eigenschappen van mensen
2. Wat mensen belangrijk vinden
3. Geschreven wetten.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Veiligheid is een belangrijke waarde voor bijna alle automobilisten.
2. Ontspanning is een waarde voor de meeste uitgaande jongeren

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. beide zijn juist
4. beide zijn onjuist

Wat is een voorbeeld van een norm?

1. Je mag niet stelen
2. eerlijkheid
3. veiligheid
4. gastvrijheid

Fatsoen, Normen, Waarden

Je weet nu het verschil tussen fatsoen, normen en waarden. Vanuit opvoeding, opleiding, levenservaring, contact met anderen en alles wat iemand meemaakt, kom je ermee in aanraking. 

Vaak gebeurt dat zonder dat we het zelf merken, Je leert het verschil tussen wat goed is en wat verkeerd.

OPBRENGST LESSON UP ?

Je  kent nu het verschil tussen fatsoen, normen en waarden (ethiek) en hoe dat deel uitmaakt van de normatieve ethiek. 

MAAK DEZE OPDRACHTEN IN JE SCHRIFT 

1. WAT IS DE RELATIE TUSSEN WAARDEN EN NORMEN (leg uit in 1 zin)

2. WAT ZIJN INFORMELE(niet geschreven) NORMEN? GEEF EEN VOORBEELD (leg uit in 2 zinnen)

3. WAT ZIJN FORMELE (geschreven) NORMEN? GEEF EEN VOORBEELD (leg uit in 2 zinnen)

4. GEEF EEN VOORBEELD VAN EEN POSITIEVE SANCTIE EN VAN EEN NEGATIEVE SANCTIE WANNEER JE JE WEL OF NIET HOUDT AAN DE INFORMELE EN FORMELE NORMEN. (2 zinnen)

5. LEG KORT UIT WAT NORMATIEVE ETHIEK TE MAKEN HEEFT MET FORMELE NORMEM (2zinnen)

OPDRACHT STUDIEWIJZER FI werkkaart in2-tal  

LEES DE WERKKAARTEN DOOR EN MAAK IN 2-tal een keuze   

SCHRIJF IN JE SCHRIFT JE KEUZE VAN DE WERKKAART 

- waarom kiezen jullie  deze werkkaart (motiveer je keuze)               - NOTEER OOK DE TAAKVERDELING: wie doet wat                                                         

WAT ONDERZOEK JE PER WERKKAART?

 ( ZIE DE STUDIEWIJZER gd FILOSOFIE)

1. OPEN DE STUDIEWIJZER Gd FILOSOFIE 

2. OPEN DE WERKKAARTEN

3. GA NAAR JULLIE EIGEN GEKOZEN WERKKAART

4. MAAK EEN GOEDE TAAKVERDELING

5. SCHRIJF JULLIE MOTIVATIE EN DE TAAKVERDELING IN JULLIE SCHRIFT 

5. START MET HET VINDEN VAN INFORMATIE

VOORUITBLIK:

VOLGENDE LES: WERKKAART UITWERKEN 

                         

* WAT MOET AF ZIJN DEZE LES:

- je hebt de opdrachten uit de lessonup uitgewerkt   

- je hebt de werkkaart filosofie uit de studiewijzer gekozen , je motivatie en taakverdeling staan in je schrift

REGISTEER VOOR JEZELF:

• ik heb een laptop/lader bij me en ook een schrift
• ik heb de opdrachten in mijn schrift afgemaakt             
• ik  heb een goede afstemming gemaakt in duo voor de werkkaart en gestart

Leerdoelen behaald? 

• ik weet het verschil tussen waarden en normen en fatsoen te benoemen 
• ik weet dat normen en waarden centraal staan in de filosofie module 
• ik heb in 2-tal een start gemaakt met de werkkaart 
• we hebben in ons schrift onze motivatie aangegeven en hoe de taken in ons groepje zijn verdeeld 

ALLES WAT JE OP SCHOOL DOET

HOEF JE THUIS NIET MEER TE DOEN