This lesson contains 18 slides, with text slides and 7 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Inleiding hoofdstuk 5
´Waarden en normen´
´De verloedering van de samenleving´
´Fatsoen´
´Lik-op-stuk beleid´
Slide 2 - Slide
Wat moet je doen en wat juist niet?
Je moet het goede doen, het kwade laten, het goede bevorderen en het kwade bestrijden. Maar wat is dat dan, het goede en het kwade?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Orgaandonatie
Punt 5 op blz. 59
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Normen en Waarden
Slide 9 - Slide
Soorten ethiek
Descriptieve ethiek Beschrijft welke morele opvattingen, ideeën over wat goed is en wat fout is, er in een groep of samenleving zijn. Normatieve ethiek Het achterhalen van wat goed of fout is en schrijft voor hoe je moet handelen. Meta-ethiek Er wordt gekeken naar de manier waarop een ethisch oordeel tot stand is gekomen.
Slide 10 - Slide
Descriptieve (beschrijvende) ethiek
Wat zie je? Beschrijvende ethiek spreekt geen oordeel uit, maar probeert objectief te beschrijven.
In hoeverre vullen NL´ers hun belastingformulieren eerlijk in?
Hoe vaak komt abortus voor?
Slide 11 - Slide
Cultureel relativisme
Uitgangspunt: alle samenlevingen of culturen zijn in beginsel gelijkwaardig en dit geldt ook voor de morele stelsels die erbij horen.
Wat kan je dus niet zeggen?
Slide 12 - Slide
Normatieve ethiek
Beschrijft hoe er moreel gehandeld zou moeten worden.
Welke normen en waarden zouden gehanteerd moeten worden?