What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Should and have to + voegwoorden
Leerdoel:
Je weet hoe je de hulpwerkwoorden (modals) should en have to gebruikt.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoel:
Je weet hoe je de hulpwerkwoorden (modals) should en have to gebruikt.
Slide 1 - Slide
Wat betekent het woord
should
&
shouldn't
in het Nederlands?
-
Hmmm. You
should
try this!
- You
should
stop eating fast food. It is unhealthy.
- Sarah
should
go to the doctor, she looks sick.
- Mary
shouldn't
drink so much wine.
- You
shouldn't
do that! It's not allowed.
- You
shouldn't
watch so much tv. It will give you a headache.
Slide 2 - Slide
should
and
shouldn't
Je gebruikt
should
(not)
+
het hele werkwoord
als je vind dat iets
wel
of
niet
zou moeten.
Je wilt bijvoorbeeld advies geven of iets afraden.
Slide 3 - Slide
Wat betekent het woord
has to / have to
in het Nederlands?
- It's important. You
have
to
do this for your mother.
- I can't go to the movies. I
have to
do my chores first.
- She
has to
finish her homework before she can go out to play.
Slide 4 - Slide
Wat betekent
don't have to/ doesn't have to
?
- You
don't have to
eat
all those fries. Just leave them.
- My grand parents
don't have to
work
anymore.
- She
doesnt have to
do
that if she doesn't want to.
Slide 5 - Slide
Je gebruikt
has to / have to +
het hele werkwoord
als iets van
iemand anders moet
Je gebruikt
doesn't have to / don't have to +
hele werkwoord
als iets
niet hoeft
Note:
Havo to / has to
drukt een sterkere dwang uit dan "should".
Slide 6 - Slide
I can use must, should and have to correctly
A
Absolutely!
B
A little, I need to practise more
C
No, I need extra explanation
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
A towel!
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Welk voegwoord geeft oorzaak/ reden aan?
A
and
B
but
C
because
Slide 11 - Quiz
Welk voegwoord geeft een opsomming aan?
A
and
B
but
C
because
Slide 12 - Quiz
Since betekent:
A
nadat
B
maar
C
aangezien
Slide 13 - Quiz
Although betekent:
A
hoewel
B
maar
C
daarom
Slide 14 - Quiz
Conjunctions gebruik je om
A
zinnen vragend te maken
B
zinnen samen te voegen
C
zinnen in voltooide tijd te zetten
D
zinnen in verleden tijd te zetten
Slide 15 - Quiz
Log in and connect the conjunctions (voegwoorden).
and
because
so
(al)though / even though
but / however
as / for / since
gevolg
opsomming
keuze
reden / oorzaak
tegenstelling
Slide 16 - Drag question
More lessons like this
Theme 7 - Should and have to
May 2021
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Modals ( should en have to) + conjunctions
April 2021
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Theme 7 - Should and have to
June 2021
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Voorbereiding toets 1 VWO 2
October 2021
- Lesson with
42 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modals
6 days ago
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
4BBL Grammar Theme 2 Voegwoorden
November 2023
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
V2d Modals
February 2024
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammar Revision Th 6+7
June 2018
- Lesson with
10 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2