What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
b1 Werkwoorden op -er present simple en ontkenningen
In het Frans zijn er diverse manier waarop een werkwoord vervoegd wordt.
Er zijn onregelmatige werkwoorden (
avoir, être, aller, faire
)
En er zijn regelmatige werkwoorden.
Bij die laatste zijn er twee groepen.
eindigend op -er (donner etc)
eindigend op -ir
eindigend op -re
We gaan vandaag kijken naar werkwoorden die eindigen op -re
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In het Frans zijn er diverse manier waarop een werkwoord vervoegd wordt.
Er zijn onregelmatige werkwoorden (
avoir, être, aller, faire
)
En er zijn regelmatige werkwoorden.
Bij die laatste zijn er twee groepen.
eindigend op -er (donner etc)
eindigend op -ir
eindigend op -re
We gaan vandaag kijken naar werkwoorden die eindigen op -re
Slide 1 - Slide
Les verbes en -er
Slide 2 - Slide
Les verbes réguliers en -ER
*
Slide 3 - Slide
fermer=
sluiten
il,elle,on
nous
vous
ils of elles
tu
Je
fermons
fermez
ferme
ferment
fermes
ferme
Slide 4 - Drag question
Verbes -er: elle (parler)
A
parle
B
parlez
C
parlons
D
parles
Slide 5 - Quiz
Verbes -er: vous (manger)
A
mange
B
mangez
C
mangent
D
manges
Slide 6 - Quiz
Verbes -er: nous ________ (trouver)
A
trouvons
B
trouvez
C
trouves
D
trouve
Slide 7 - Quiz
Verbes -er: vous ______(manger)
A
mange
B
mangez
C
mangent
D
manges
Slide 8 - Quiz
donner=
geven
il,elle,on
nous
vous
ils of elles
tu
Je
donnons
donnent
donne
donnez
donnes
donne
Slide 9 - Drag question
Doe het nu zelf (ook het zlf. nmw)
Je .......(donner)
Slide 10 - Open question
Doe het nu zelf (ook het zlf. nmw)
Tu .......(donner)
Slide 11 - Open question
Doe het nu zelf
Il .......(parler)
Slide 12 - Open question
Doe het nu zelf
Elle .......(parler)
Slide 13 - Open question
Doe het nu zelf
Ils .......(parler)
Slide 14 - Open question
Doe het nu zelf
Elles......(parler)
Slide 15 - Open question
Doe het nu zelf
Vous......(parler)
Slide 16 - Open question
Doe het nu zelf
Nous......(parler)
Slide 17 - Open question
Doe het nu zelf
wij spreken......(parler)
Slide 18 - Open question
Doe het nu zelf
Jij spreekt......(parler)
Slide 19 - Open question
Doe het nu zelf
zij spreekt......(parler)
Slide 20 - Open question
Doe het nu zelf
zij spreken......(parler)
Slide 21 - Open question
Doe het nu zelf
zij spreken.(vrouwen alleen).....(parler)
Slide 22 - Open question
Doe het nu zelf
jullie spreken......(parler)
Slide 23 - Open question
Ik snap het nu goed
Ja, helemaal
Nee, nog niet
Ja, maar ik moet nog meer oefenen.
Slide 24 - Poll
De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is:
Niet
of
geen.
In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne of n' ........ pas
Op het stippellijntje komt het werkwoord
Slide 25 - Slide
Voorbeeld: iemand een appel geven.
Je donne la pomme. Je
ne
donne
pas
la pomme.
Tu donnes la pomme. Tu
ne
donnes
pas
la pomme
Il donne la pomme. Il
ne
donne
pas
la pomme.
Nous donnons la pomme. Nous ne donnons pas la pomme.
Vous donnez la pomme. Vous
ne
donnez
pas
la pomme.
Ils donnent la pomme. Ils
ne
donnent
pas
la pomme.
Slide 26 - Slide
donner=
geven
Il donne
Nous donnons.
Vous donnez.
Ils donnent.
tu donnes.
Je donne.
Nous ne donnons pas
Vous ne donnez pas
Je ne donne pas
Ils ne donnent pas.
Tu ne donnes pas
Il ne donne pas.
Slide 27 - Drag question
Négation: le loup est méchant
A
Le loup ne est pas méchant
B
Le loup n'est pas méchant
C
Le loup ne pas méchant
Slide 28 - Quiz
Quelle est la négation de la phrase :
C'est correct
A
Ce n'est pas correct
B
Ce ne est pas correct
C
C'est ne pas correct
Slide 29 - Quiz
Quelle est la négation de la phrase :
"Je suis triste"
A
Je ne suis pas triste
B
Je ne pas suis triste
C
Je suis ne pas triste
Slide 30 - Quiz
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Elle a 13 ans.
Slide 31 - Open question
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Je donne une pomme.
Slide 32 - Open question
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Je donne une tarte.
Slide 33 - Open question
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Elles parlent vite.
Slide 34 - Open question
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Ils sont au retard.
Slide 35 - Open question
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Tu parles vite.
Slide 36 - Open question
Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Tu as un frère.
Slide 37 - Open question
More lessons like this
Frans b1 Week van 12-12 werkwoorden op -er
November 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Frans b1 Week van 18-12 werkwoorden op -er
July 2024
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Frans b1 Week van 27-11 werkwoorden op -er
November 2023
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Frans b1 Week van 8-1 werkwoorden op -er en negations
January 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Proeftoets stof Chapter 2 met uitleg
5 days ago
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Proeftoets stof Chapter 2 met uitleg
January 2024
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Proeftoets stof Chapter 2 met uitleg
21 days ago
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Proeftoets stof Chapter 2 met uitleg
January 2025
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1