§1.5 Hoe groot is de welvaart?

Welvaart
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welvaart

Slide 1 - Slide

Informele sector
Wettelijk en onwettelijk economische activiteiten die niet in de cijfers, zoals het bbp tot uitdrukking komen. 

In ontwikkelingslanden is de informele sector relatief groot. 

Slide 2 - Slide

Welvaart
  Er zijn twee betekenissen :

  • Welvaart in enge zin: welvaart in geld uitdrukken -> wat is je koopkracht.  
  • Welvaart in ruime zin: je koopkracht + behoefte die niet in geld uit te drukken zijn. 

Slide 3 - Slide

Welvaart in enge zin meten
BBP is de som van totale productie van alle bedrijven en overheden. Ook  som van alle toegevoegde waarde. = Inkomen

Slide 4 - Slide

Welvaart in ruime  zin
Niet alleen geld telt mee. In ruime zin rekening houdend:
- Gezondheidszorg
- Milieu
- Onderwijs/zorg
- Inkomensverdeling scheef?
Informele sector:
- Vrijwilligerswerk
- Zwart werk

Slide 5 - Slide

Bbp juiste maatstaf?
Na een milieu ramp neemt het bbp toe --> er worden productiemiddelen ingezet om de schade te herstellen. 

Groen bbp
  • Bbp - de geschatte waarde van schade aan het milieu + de geschatte waarde van verbetering van milieu. 

Slide 6 - Slide

Andere manieren van het meten van Welvaart
  • Groen BBP =  BBP gecorrigeerd met de schade aan het milieu in €.


  • BBP -  geschatte schade aan het milieu 
  • + geschatte waarde van verbetering aan milieu

Slide 7 - Slide

Andere manieren van het meten van Welvaart
  • Human Development Index (VN)
  • Het BBP naar 
  • + volksgezondheid (m.n. levensverwachting) 
  • +  niveau van scholing
  • + BBP per capita gecorrigeerd met prijzen in verschillende landen

  • Index voor geluk (World Happiness Index door de VN)
  • In 2020 stond Finland op 1 en Nederland op 6.
  • Gaat om o.a. om keuzevrijheid, bbp, sociale voorzieningen, levensverwachting

Slide 8 - Slide

Opdracht
Wat: Maak de opdrachten van paragraaf 1.5
Hoe: In je schrift
Tijd: 10 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: zelf nakijken
Klaar: ga verder  met opdrachten die je nog niet hebt gedaan


timer
10:00

Slide 9 - Slide

Pareto-optimum
Consumentensurplus = + => Zorgt voor extra nut

Producentensurplus = + => zorgt voor extra winst

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Nadelen ongelijkheid
  • Mensen met lage inkomens hebben noodgedwongen een hoge tijdvoorkeur en daardoor minder mogelijkheden --> vermogen opbouw, scholen of investeren. 
  • Hierdoor wordt potentie niet benut. 
  • Dure medische zorg is voor een grote groep dan minder toegankelijker --> welvaart van de hele samenleving wordt beïnvloed. (Lezen artikel via teams)

Slide 13 - Slide

Ongelijkheid
Weet het verschil tussen inkomensongelijkheid en vermogensongelijkheid (artikel)

Slide 14 - Slide

Opdrachten

Slide 15 - Slide