1.2: Soorten budgetten

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Financieel Beleid BMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

  • Weet je wat een masterbudget is 
  • Weet je waar een masterbudget uit bestaat 
  • Kan je het verschil benoemen tussen een vast, variabel en gemengd budget  

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het vergroten van het marktaandeel is een voorbeeld van een secundaire doelstelling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Jumbo wil tussen 2025 en 2030 een energiebesparing van 20% realiseren in de winkels. Als dit lukt, kunnen de prijzen 2% omlaag, waardoor de concurrentiepositie zal verbeteren. Dit is een voorbeeld van..
A
Marktaandeel
B
Kostenleiderschap
C
Winstgevendheid

Slide 13 - Quiz

Prognose
Begroting
Budget
Een voorspelling van het financiële resultaat van een bedrijfsactiviteit.

Een financiële planning op lange termijn.

Een goedgekeurde begroting.

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Investeringsbudget
Liquiditeitsbudget
Omzetbudget
Kostenbudget
Het bedrag dat je in de komende periode mag investeren
Goedgekeurde begroting van de te verwachten ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode

Goedgekeurde begroting waarin staat hoeveel omzet je in een bepaalde periode moet realiseren

Goedgekeurde begroting van de kosten die in de komende periode gemaakt mogen worden

Slide 21 - Drag question

In het tweede kwartaal zijn Jelana haar uitgaven hoger dan haar ontvangsten. Ze ziet dus aankomen dat ze in het tweede kwartaal geld tekortkomt. Om dat te voorkomen, vraagt ze aan haar leveranciers of ze een maand later mag betalen. Dit is een voorbeeld van …
A
Investeringsbudget
B
Kostenbudget
C
Liquiditeitsbudget
D
Omzetbudget

Slide 22 - Quiz

Vishandelaar Jan Jonk wil in augustus van dit jaar een nieuwe verkoopwagen kopen. De aanschafwaarde is € 25.000 exclusief btw.
A
Investeringsbudget
B
Kostenbudget
C
Liquiditeitsbudget
D
Omzetbudget

Slide 23 - Quiz

Kenan is verantwoordelijk voor de groenteafdeling bij een filiaal van Albert Heijn. De omzet van zijn afdeling moet in het tweede kwartaal 10% hoger zijn dan in het eerste kwartaal. 
A
Investeringsbudget
B
Kostenbudget
C
Liquiditeitsbudget
D
Omzetbudget

Slide 24 - Quiz

Harry van IJzerwarenhandel Van Og neemt in het budget voor het komende kwartaal een bedrag van € 1.500 op voor verkoopkosten.

A
Investeringsbudget
B
Kostenbudget
C
Liquiditeitsbudget
D
Omzetbudget

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Filiaal Amersfoort mag per maand een bedrag van € 500 besteden aan schoonmaakkosten.
A
Vast budget
B
Variabel budget
C
Gemengd budget

Slide 28 - Quiz

Jaap neemt in het budget voor de maand juli € 4.500 op voor vaste personeelskosten. Juli is normaal gesproken een ‘slappe’ maand. Daarom stelt hij voor oproepkrachten een relatief laag percentage vast van 5% van de omzet.
A
Vast budget
B
Variabel budget
C
Gemengd budget

Slide 29 - Quiz

Slagerij Derksen budgetteert voor haar verkoopkosten 1% van de omzet.

A
Vast budget
B
Variabel budget
C
Gemengd budget

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide