oefenen rekenvaardigheden H5 en H6

rekenvaardigheden H5 en H6
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

rekenvaardigheden H5 en H6

Slide 1 - Slide

Betalingsbalans
Betalingsbalans:
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Overschot op de betalingsbalans:
export > import
(er komt meer geld binnen door export dan dat er via de import uit gaat)
O
Tekort op de betalingsbalans:
import > export
(er gaat meer geld uit door import, dan er binnenkomt door export)
T

Slide 2 - Slide

Betalingsbalans
Export (inkomsten)
Import (uitgaven)

Slide 3 - Slide

Betalingsbalans
Positief saldo
Als onze totale uitvoerwaarde groter is dan de invoerwaarde, heeft Nederland een overschot op de betalingsbalans.

Negatief saldo
Als een land meer importeert dan exporteert, dan is er een tekort op de betalingsbalans.






Slide 4 - Slide

Dekkingsgraad
In hoeverre kun je met de export de import betalen?

Dit noem je de dekkingsgraad

Export : Import x 100

Slide 5 - Slide

Bereken de importquote, exportquote en dekkingsgraad

Slide 6 - Slide

Verschillende procent
berekeningen

  • deel : totaal x 100
  • bedrag : 100 x percentage
  • (nieuw-oud) : oud x 100

Slide 7 - Slide

Rekenen met procenten

Slide 8 - Slide

Herhaling rekenen: procenten

Slide 9 - Slide

Huiswerk Par.6 procenten

Slide 10 - Slide

Wat is je stijging in procenten?

Slide 11 - Slide

In 2019 was de afzet 500 en in 2020 was de afzet 350.

Met hoeveel procent is de afzet gedaald?

Slide 12 - Open question

Wisselkoers
Vermenigvuldig met de wisselkoers als je het
bedrag in euro’s wilt weten.

Deel door de wisselkoers als je het bedrag in
vreemd geld wilt weten.

Slide 13 - Slide

Landen en munteenheden
  • Nederland heeft net zoals 19 europese landen de Euro
  • In de Verenigde staten betaal je met de Dollar
  • In Groot Britanie hebben ze de Britse Pond
  • In Vietnam de Vietnamese Dong
  • Buiten de euro zijn er zo'n 95 muntsoorten 

Slide 14 - Slide

Wisselkoers
Prijs van een munt, uitgedrukt in een andere muntsoort

vb:
€1 = $1,20

Elke euro is $1,20 waard / voor elke euro moet een amerikaan $1,20 betalen

Slide 15 - Slide

€1 = $1,20
Stel dat je €100 bij de grens wilt wisselen in dollars. Hoeveel dollar krijg je?

Aantal euro's x de prijs van de dollar

€100 staat gelijk aan $120

Slide 16 - Slide

€1 = $1,20
Stel dat je $300 dollars hebt en deze terug wilt wisselen in euro's.

$300 / 1,20 =  €250,-

Slide 17 - Slide

Stel je koopt een cocktail in VS voor $5,-

Bereken in tweetallen het prijsverschil op twee verschillende data:

Koers 1 januari €1 = $1,30
Koers 1 april €1 = $1,50
Conclusie: Wanneer koop je de cocktail het liefst? KRUISTABEL!

Slide 18 - Slide

Je gaat op vakantie naar GB.
Koers €1 = 0,8753 Pond
Je wilt €250 wisselen
A
218.82 pond
B
215.98 pond
C
217.18 pond
D
212.26 pond

Slide 19 - Quiz

Je komt terug van vakantie uit Thailand je hebt nog 8.971,25 Thaise baht over €1 = 35,8850 baht
A
€248,12
B
€242,50
C
€250
D
€246.71

Slide 20 - Quiz

Je gaat op reis naar Zweden je wil graag €500 euro omwisselen
€1 = 10,3046 Zweedse kroon
A
5113,65 KR
B
5131.66 KR
C
5152.30 KR

Slide 21 - Quiz

Je vind in een oude sok nog 100 Britse Pond. €1 = 0,8664 pond
A
€115,42
B
€86.64
C
€112,17

Slide 22 - Quiz

Verandering wisselkoers
Koers 1-1-2019 
€1 = $1,30

Koers 1-1-2020
€1 = 1,50

Wat zijn hiervan gevolgen voor NL en Amerika?

Slide 23 - Slide

Koersstijging euro

Voor examen uit je hoofd leren: 
Koers € stijgt, export daalt (Werkgelegenheid ook dus)
Koers € stijgt, import stijgt, euro is sterk

Slide 24 - Slide

Examen uit je hoofd:
Lage koers €

Exort stijgt - exporteren gunstig (Fijn!! Werkgelegenheid) 
Import daalt - Importeren is duur!

Slide 25 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Slide