This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesplanning
- Lesdoel: wat leren we vandaag?
- Herhaling voltooid deelwoord
- Voorkennis ophalen
- Uitleg blok 2 Spelling: bijvoeglijk naamwoord
- Zelfstandig werken/verlengde instructie
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van de les...
✓ heb je het voltooid deelwoord herhaald
✓ weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe je deze spelt
Slide 3 - Slide
Herhaling
Voltooid deelwoord
Blz. 85/86
Opdr. 1 & 2
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Welke bijvoeglijk naamwoorden herken je hier?
Het liggende meisje eet haar gesmolten pepernoot op in de vroege ochtend. In de avond moet zij naar haar vermoeiende werk gaan om daar het harde werk te gaan verrichten.
Slide 5 - Slide
Welke bijvoeglijk naamwoorden herken je hier?
Het liggende meisje eet haar gesmolten pepernoot op in de vroege ochtend. In de avond moet zij naar haar vermoeiende werk gaan om daar het harde werk te gaan verrichten.
Slide 6 - Slide
Bijvoeglijk
naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.
Slide 7 - Slide
Hoe spel je een bijvoeglijk naamwoord?
https://www.youtube.com/watch?v=2efrvQeo_Fs
Slide 8 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord spellen
Regel
Voorbeeld
Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -e
De blauwe vogel
Het kleurrijke meisje
De bekende zanger
Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de -e als je er een voor zet
Het bezorgde pakje - een bezorgd pakje
Het heerlijke ijsje - een heerlijk ijsje
Het grote kasteel - een groot kasteel
Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het materiaal waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan -en achter
de ijzeren koevoet
de kartonnen doos
het stoffen mandje
Maar is het een modern materiaal?
Schrijf er dan niets achter.
De titanium ring
Het kunststof speelgoed
Slide 9 - Slide
Voorbeeld 1
Regel 1: Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -e
(slim) Het ..... meisje loopt snel door
(groot) Dat ..... huis is gisteren verkocht
(lief) Het ..... kindje is vrolijk
Slide 10 - Slide
Voorbeeld 1
Regel 1: Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -e
Het slimme meisje loopt snel door
Dat grote huis is gisteren verkocht
Het lieve kindje is vrolijk
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 2
Regel 2: Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de -e als je er een voor zet
(slim) Een ..... meisje loopt snel door
(groot) Een ..... huis is gisteren verkocht
(lief) Een ..... kindje is vrolijk
Slide 12 - Slide
Voorbeeld 2
Regel 2: Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de -e als je er een voor zet
Een slim meisje loopt snel door
Een groot huis is gisteren verkocht
Een lief kindje is vrolijk
Slide 13 - Slide
Voorbeeld 3
Regel 3: Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het materiaal waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan -en achter
(stof) Het ..... doekje is snel vies geworden
(karton) De ..... doos zit vol verhuisspullen
Slide 14 - Slide
Voorbeeld 3
Regel 3: Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het materiaal waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan -en achter
Het stoffen doekje is snel vies geworden
De kartonnen doos zit vol verhuisspullen
Slide 15 - Slide
Voorbeeld 4
Regel 4: Maar is het een modern materiaal?
Schrijf er dan niets achter.
(polyester) Dat is een ..... trui
(plastic) Ik heb een ..... tasje nodig
Slide 16 - Slide
Voorbeeld 4
Regel 4: Maar is het een modern materiaal?
Schrijf er dan niets achter.
Dat is een polyester trui
Ik heb een plastic tasje nodig
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: kleuren De ............ muren
A
gekleurdden
B
gekleurde
C
gekleurden
D
gekleurdde
Slide 19 - Quiz
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in: (maaien) Het ............... gras
A
vermaaide
B
gemaaide
C
gemaaidde
D
gemaaiden
Slide 20 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
A
de beantwoorde brief
B
de gestolen spullen
C
het bestede bedrag
D
de gepotte bloembollen
Slide 21 - Quiz
In welke zin staat een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
A
Kerstmis wordt door ons gevierd.
B
De opgetuigde boom is erg mooi.
C
De rode kerstballen vind ik het mooist.
D
De glazen bal is kapot gevallen.
Slide 22 - Quiz
Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Blok 2 Spelling
Blz. 87/88 - opdr. 3 en 4
Hoe
Boek
Hulp
Zelfstandig / verlengde instructie (bij mij)
Tijd
15 minuten
Klaar?
Dan mag je iets voor jezelf doen
timer
15:00
Slide 23 - Slide
Lesdoel: behaald?
Aan het einde van de les...
✓ heb je het voltooid deelwoord herhaald
✓ weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe je deze spelt