BOL 2.3.4 Onderzoeken in het ZH

 Onderzoek en operatie in het ZH
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Onderzoek en operatie in het ZH

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- De verschillende problematiek die in het ziekenhuis voorkomt 
   benoemen en koppelen aan een afdeling in het ziekenhuis. 
- De meest voorkomende aandoeningen benoemen
- Benoemen welke onderzoeken er plaats kunnen vinden in een
   ziekenhuis.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke onderzoeken horen bij jouw zorgvrager?
https://www.ziekenhuis.nl/onderzoek-diagnose/a/item161

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welk doel hebben de onderzoeken in het ziekenhuis?

Slide 4 - Mind map

Stellen van een diagnose
 Inzetten van een juiste behandeling
 Evalueren van de behandeling
 Beoordelen of een zorgvrager sterk genoeg is om een behandeling te ondergaan

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Opdracht: opzoeken betekenis van
Bloed: Hb man en vrouw, Ht, leuco's, BSE, ASAT, ALAT, Na, K, Cl, creatinine, leverfuncties, HbA1c, saturatie
Urine: bloed, eiwitten, leuco's , bezinksel                                          


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

Bekijk de video: 

Wat valt je op?
Soorten onderzoeken
  • Algemeen lichamelijk onderzoek
  •  Laboratoriumonderzoek
  •  Röntgenfoto
  •  Echo m.b.v. ultrasone geluidsgolven
  •  Angiografie

Noem bij elk soort onderzoek een ziektebeeld waar deze wordt ingezet.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vervolg onderzoeken
  • CT-scan Computertomografisch onderzoek
  •  MRI magnetic resonance imaging
  •  Nucleair onderzoek(radioactieve stof)
  •  Functieonderzoek (ECG, ergometrie)
  •  Neurofysiologisch onderzoek (EEG)
  •  Longfunctieonderzoek(bronchoscopie, longfunctieonderzoek)
  •  Vaatonderzoek(Duplex, CAG= coronair angiografie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat denk je dat de taken van een verpleegkundige zijn rondom onderzoeken?

Slide 11 - Mind map

Voorlichting
Instructie
Voorbereiding (laxeren, nuchter, medicatie)
Nazorg
Observatie

Het HB van een vrouw moet tussen de ... en ... zijn.
A
8.5 en 10.5
B
7.5 en 9.5
C
6.5 en 8.5
D
5.5 en 7.5

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een kruisproef houdt in dat er
A
geprikt wordt op stollingsfactoren
B
gekeken wordt of donorbloed geschikt is voor een zorgvrager
C
geprikt wordt op HB en HT
D
een vergelijking plaats vindt van infectie in bloed en in urinewegen

Slide 13 - Quiz

Om te zien of de ontvanger afweerstoffen heeft tegen weefsel van de donor, doen we een kruisproef. Hierbij brengen we in het laboratorium bloed van de donor en de ontvanger bij elkaar.
Het kan zijn dat blijkt dat de ontvanger afweerstoffen heeft tegen de donor. We spreken dan van een positieve kruisproef (niet goed). Als de kruisproef positief is, is een transplantatie niet mogelijk. Heeft de ontvanger geen antistoffen tegen de donor (negatieve kruisproef), dan is in principe transplantatie mogelijk.  
Waarom moet je iemand pijnstilling geven bij een pijnscore hoger dan 4?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je vandaag het meest interessante onderwerp?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions