BOL 2.3.4 Onderzoeken in het ZH

BOL 2.3.4 Onderzoek en operatie in het ZH
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BOL 2.3.4 Onderzoek en operatie in het ZH

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- De verschillende problematiek die in het ziekenhuis voorkomt benoemen en koppelen aan een afdeling in het ziekenhuis.
- De meest voorkomende aandoeningen benoemen
- Benoemen welke onderzoeken er plaats kunnen vinden in een ziekenhuis.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk doel hebben de onderzoeken in het ziekenhuis?

Slide 3 - Mind map

Stellen van een diagnose
 Inzetten van een juiste behandeling
 Evalueren van de behandeling
 Beoordelen of een zorgvrager sterk genoeg is om een behandeling te ondergaan

Soorten onderzoeken
  • Algemeen lichamelijk onderzoek
  •  Laboratoriumonderzoek
  •  Röntgenfoto
  •  Echo m.b.v. ultrasone geluidsgolven
  •  Angiografie

Noem bij elk soort onderzoek een ziektebeeld waar deze wordt ingezet.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vervolg onderzoeken
  • CT-scan Computertomografisch onderzoek
  •  MRI magnetic resonance imaging
  •  Nucleair onderzoek(radioactieve stof)
  •  Functieonderzoek (ECG, ergometrie)
  •  Neurofysiologisch onderzoek (EEG)
  •  Longfunctieonderzoek(bronchoscopie, longfunctieonderzoek)
  •  Vaatonderzoek(Duplex, CAG= coronair angiografie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Welke onderzoeken vallen onder intern functie-onderzoek?

Slide 7 - Mind map

Coloscopie
 Sigmoïdscopie
 Gastroscopie
 ERCP= endoscopische retrograde cholangiopancreatografie(gal en alvleesklier)

Wat denk je dat de taken van een verpleegkundige zijn rondom onderzoeken?

Slide 8 - Mind map

Voorlichting
Instructie
Voorbereiding (laxeren, nuchter, medicatie)
Nazorg
Observatie

Operatieve fasen
  • Preoperatieve fase
  • Peroperatieve fase
  • Postoperatieve fase

Welke activiteiten doe je als verpleegkundige in welke fase?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn risicofactoren voor een longontsteking in het algemeen en op de chirurgische afdeling?

Slide 10 - Mind map

Roken
Overgewicht
Longziekten
Ouderdom
Buik en thoraxoperaties
Immobiliteit
Beperking ademhalingsbeweging
Inhalatie narcosegassen

Preoperatieve onderzoeken
Medische anamnese
Lichamelijk onderzoek:
  • Ausculatie, percussie
  • Bloedonderzoek
  • Urineonderzoek
  • Röntgen thoraxfoto
  • ECG

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het HB van een vrouw moet tussen de ... en ... zijn.
A
8.5 en 10.5
B
7.5 en 9.5
C
6.5 en 8.5
D
5.5 en 7.5

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een kruisproef houdt in dat er
A
geprikt wordt op stollingsfactoren
B
Gekeken wordt of donorbloed geschikt is voor een zorgvrager
C
geprikt wordt op HB en HT
D
een vergelijking plaats vindt van infectie in bloed en in urinewegen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Voorbereiding op narcose
Premedicatie
Checklist vlak voor OK

Slide 14 - Slide

Alle sieraden, etc. opbergen?
Gebit (niet altijd)?
Premedicatie:
verminderen van de speeksel- en sputumsecretie
Kalmering en spierontspanning
Voorkomen van hartritme stoornissen
Voorkomen van ongewenste bijwerkingen van narcose


Checklist:
Gelaxeerd? - 
Gedoucht? -
Geschoren? - 
Observaties…..?
Identeitsbandje?
Bed in orde?
naam op het bed?
medische status? 
geplast?

Postoperatieve zorg
Wat moet je in de gaten houden:
- RR
-Hartslag
- Ademhaling
- Kleur van de huid/lippen/extremiteiten
- Bewustzijn
- Urineproductie
- Wonden en drains
- Lichaamstemperatuur

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Terug op de afdeling
Volg protocol voor controles, meestal:
eerste uur elk kwartier, daarna elk halfuur, om het uur, om de twee uur, om de 4 uur.

Ligging van de zorgvrager

Pijn

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarom moet je iemand pijnstilling geven bij een pijnscore hoger dan 4?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat kunnen complicaties zijn van een operatie?

Slide 18 - Mind map

Shock
Luchtwegobstructie
Pneumonie
Trombose
Longembolie
Maagdilatatie
Paralytische ileus
Wonddehiscentie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zorg voor uitscheiding
Nierfunctie kan verminderen na operatie
Blaasretentie door:
- Verminderde blaasfunctie door narcose
- Platliggende lichaamshouding
- Urineweginfectie
- Operatie aan blaas, bui- of geslachtsorganen
- Infectie door blaaskatheter

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waarom moet je ook letten op het mentaal welbevinden na een operatie?

Slide 21 - Mind map

Niet weggenomen angst voor de operatie
Complicatie tijdens of na de operatie
Onbeantwoorde vragen, misvattingen omtrent de operatie of angst dat er iets ernstigs is gevonden
Teleurstelling over het resultaat
Tegenvallen operatie en post opertief verloop
Angst voor gevolgen van de operatie
Operaties die als lichamelijk verminkend worden ervaren
Inefficiënte coping reacties
Slechte lichamelijke conditie, infecties, complicaties, bloedafwijkingen

Ontslag uit het ziekenhuis
Denk aan:
- Wondgenezing en behandeling
- Medicijngebruik
- Leefregels en voorschriften
- Afspraken over fysiotherapie
- Wanneer arts bellen?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je vandaag het meest interessante onderwerp?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions